Arbeidspsycholoog Jessica de Bloom

‘Thuis werken we harder’

Dat we veel thuis werken, maakt het lastiger om in datzelfde huis te ontspannen. Arbeids- en organisatiepsycholoog Jessica de Bloom verdiept zich al jaren in werk en vrije tijd. Haar onderzoek is nu relevanter dan ooit. Welk werk blijven we in de toekomst thuis doen? En hoe halen we het beste uit een thuisvakantie?


Jessica de Bloom kan zich voorstellen dat veel mensen moe en gestrest zijn na een half jaar leven in coronatijd. ‘Iedereen is uit zijn normale ritme. Er zijn veel dingen veranderd en ze kosten vaak meer energie. Dat geldt vooral voor ons werk. Daar moet je brein van herstellen.’
De Bloom is bekend geworden door haar vakantie- en vrijetijdsonderzoek, maar doet ook onderzoek naar de veranderende organisatie van ons werk, in Nederland en in Finland.
‘Voor mij als onderzoeker is deze coronaperiode een goudmijn,’ vertelt ze. ‘Een uniek experiment waar ik als organisatiepsycholoog met mijn neus bovenop sta. Tegelijkertijd ervaar ik zelf ook hoe lastig al die veranderingen zijn.’
Ze moest in maart van de ene op de andere dag haar lesprogramma op de Rijksuniversiteit Groningen omgooien en vanuit huis digitaal les gaan geven. ‘Een hele omschakeling. Maar er was veel onderlinge steun tussen collega’s. We hielpen elkaar, hielden digitale koffiepauzes. Die steun is afgenomen, dat hoor ik ook om me heen. Logisch: veel mensen hebben hun weg gevonden, je zit de hele dag al te videobellen en wilt in de pauzes iets anders doen. Maar daardoor is iedereen wel nóg meer op zichzelf aangewezen.’

Voor vrijwel iedereen is de werksituatie plotseling veranderd. Welke ontwikkeling zag u?
‘Dat honderdduizenden mensen ineens thuis móésten gaan werken. Al jaren deden velen dat af en toe; nu moest het opeens elke dag en was het geen vrijwillige keuze meer. En mensen met vitale beroepen kregen met veel stress te maken. Anderen, bijvoorbeeld in de horeca, mochten plotseling niet meer werken. Voor veel mensen is dit ook een periode met zorgen: over hun baan, hun inkomen, de toekomst van hun bedrijf, hun familie. Eigenlijk is iedereen in één klap uit zijn normale routine gerukt. We moeten improviseren en het hoofd koel houden, terwijl we overspoeld worden door nieuws over de gevolgen van de corona-epidemie. Dat kost veel extra energie.’

Vinden we thuis werken alleen maar een last?
‘Nee, een aanzienlijke groep vindt thuis werken ook wel fijn. Gemiddeld reizen we in Nederland ruim een uur per dag tussen werk en thuis. Die extra tijd kun je nu gebruiken om langer te slapen en ’s middags eerder vrij te zijn. Toch vinden velen thuis werken vooral vermoeiend. Vermoeiender dan werken op kantoor. Een van de lastige dingen is dat je zelf structuur moet geven aan je werk. Wanneer begin je, in welke volgorde voer je taken uit, wat heeft prioriteit? Je bent zelf verantwoordelijk, je kunt niet even bij een collega langs om te overleggen.’

Werken we thuis harder?
‘Ja, uit onderzoek blijkt dat thuiswerkers geneigd zijn niet-productieve uren te compenseren. Tijdens hun werkuren hangen ze bijvoorbeeld even de was op, doen een boodschap of maken een wandelingetje: daarover voelen ze zich schuldig en om de verloren tijd in te halen, verlengen ze hun werkdag. Maar op kantoor zijn mensen natuurlijk ook niet de hele dag productief, ze houden zich daar alleen meer aan vaste werktijden en rustpauzes.’

De moderne communicatiemiddelen kunnen voelen als een digitale leiband

Terwijl je als thuiswerker ook zou kunnen denken: ik doe mijn werk als mij dat uitkomt.
‘Ja, maar door de moderne communicatiemiddelen ben je wel altijd bereikbaar. Dat kan voelen als een digitale leiband. Waar je ook bent, het werk zit in je broekzak en je baas kan elk moment appen. Ik ben heel benieuwd wat er komende jaren gaat gebeuren: of mensen het idee van vaste werktijden steeds meer gaan loslaten. Dat we meer gaan denken als zelfstandige ondernemers en in termen van doelen die we willen of moeten bereiken. Als je je werk in vier uur afhebt, waarom zou je dan acht uur werken? Of wordt daardoor juist meer gewerkt? Daar weten we nog weinig over.’

Hoe verwacht u dat ons werkende leven er komende jaren zal uitzien?
‘Ik denk dat we toegaan naar veel meer hybride werken: een combinatie van werken op kantoor en thuis. Hoe we dat moeten organiseren is een puzzel. Sommige collega’s behoren tot een corona-risicogroep en willen misschien liever niet terug naar kantoor. Ik hoop dat zij niet verplicht worden. Maar wat dan? Ga je met het hele team videobellen? Of komt een deel van het team live bij elkaar? Videobellen heeft nadelen: je kunt emoties niet goed lezen, het is beperkter en vermoeiender. Ik had laatst een bijeenkomst waarbij ik aanwezig was als een soort hologram. De anderen hadden een stoel klaargezet met een beeldscherm, waarop ze mij konden zien. Heel vreemd, ik was erbij en kon meepraten, maar voelde me toch een beetje buitengesloten. Hoe je iedereen betrokken houdt, ook al is niet iedereen in levenden lijve aanwezig, is een van de vraagstukken voor de toekomst. Een andere vraag is welke activiteiten we liever niet thuis willen doen.’

Wat bedoelt u?
‘Een collega vertelde dat hij voor spannende gesprekken een locatie buitenshuis opzoekt. Bijvoorbeeld als hij een vervelend gesprek met een medewerker moet voeren. Ik denk dat we daar allemaal over moeten nadenken: sommige werkzaamheden roepen zo veel emoties op, dat je ze beter niet thuis kunt doen. Doe je dat wel, dan ga je thuis associëren met die werkemoties, en gaat je huis minder als kalme, veilige plek voelen.’

Veel mensen hebben ook te maken met onzekerheid over de toekomst van hun werk.
‘Ik vrees dat die onzekerheid komende tijd nog sterker wordt. We stevenen af op een economische crisis. In Nederland komen de gevolgen neer op het individu. Om zich staande te houden gaan mensen hier harder werken, meer trainingen volgen om in de markt te blijven, nog meer uren maken. Heel anders dan in Finland, waar vakbonden een grotere rol spelen. Daar is meer het idee van: samen staan we sterk. Hier draagt iedereen de last op zijn eigen schouders. Dat leidt ertoe dat mensen zich eerder over de kop werken en uitgeput raken.’

Er zijn mensen die dit jaar maar geen vakantie hebben genomen omdat ze niet konden reizen. Een goed idee?
‘Ik begrijp dat, maar vakantie is niet alleen maar reizen. Vakantie is vooral vrij zijn van het werk, jezelf rust gunnen om even te doen waar je zin in hebt en autonomie ervaren over de invulling van je dagen. Juist in deze vermoeiende, stressvolle tijd is het voor iedereen belangrijk om op te laden. Dat kan ook heel goed als met een thuisvakantie. Mentaal afstand nemen is de kern van vakantie, je hoeft niet per se weg te gaan.’

Hoe doe je dat?
‘Je omgeving vrijmaken van werk is het allerbelangrijkste. Als je thuis een werkhoek hebt of kiest voor aan de keukentafel werken: ruim alles op, haal al het werk uit beeld. En zet je out of office-reply aan. Niet je e-mail checken als je vrij bent! Ik zou willen dat dat meer onze cultuur wordt. Dat je tegen werkcontacten zegt: ‘Ik wíl mijn e-mail niet checken, want ik heb vakantie of een vrije dag.’ In de vakantie stoppen met sociale media kan ook helpen. De oeverloze stroom aan berichten over corona geeft stress. Niet alleen de veelheid, ook dat je geen idee hebt wat ervan klopt. Daardoor blijf je constant alert en gespannen.’

Een thuisvakantie vraagt dat dus om wat extra voorzorgsmaatregelen?
‘Ja. Uit onderzoek weten we dat zes aspecten belangrijk zijn in de vakantie: onthechting, ontspanning, autonomie, nieuwe uitdagingen of dingen leren, iets betekenisvols doen en verbondenheid met anderen. Als je op reis gaat, komen die dingen vaak automatisch op je pad. Wie kiest voor een thuisvakantie, moet bewuster nadenken of die aspecten aan bod komen. Gun jezelf een trager tempo, slenter door steegjes die je nog niet kende, doe boodschappen in een andere buurt, slaap een gat in de dag of sta juist een keer op met zonsopgang. Alleen al het gevoel dat je zelf keuzes kunt maken, werkt heilzaam. En ga naar buiten. Activiteiten in de natuur blijken heel veel positieve effecten te hebben.’

Wat maakt de natuur zo ontspannend?
‘Dat heeft onder andere te maken met de manier waarop de natuur is vormgegeven. Daar zijn we vanuit de evolutie mee vertrouwd. Bossen, duinen en velden vragen op een rustige manier onze aandacht. We kunnen de structuur begrijpen, de omgeving is niet rommelig en er zijn weinig onverwachte geluiden. De Attention Restoration Theory, een belangrijke theorie in de omgevingspsychologie, stelt dat onze ‘aandachtsspier’ rust krijgt en kan opladen als we een tijdje in de natuur vertoeven, waarna we ons beter kunnen concentreren. Veel onderzoek bevestigt dit.’

Wat is voor u de ultieme manier om los te komen van het werk?
‘In Finland ontdekte ik de Mökki. Bijna elke Finse familie heeft zo’n zelf getimmerde houten hut, aan een meer of in een bos. Er is geen stromend water, vaak ook geen elektriciteit. Eerst begreep ik er niets van. Waarom is het leuk om een vuurtje te stoken voordat je je kunt wassen of eten kunt koken? Maar ik ben helemaal om. Juist omdat alles zo veel tijd kost, heb je geen tijd om aan andere zaken te denken en ga je terug naar de basis. Het is anders dan op een camping, want je bent alleen of met je gezin. Die rust, de natuur, de eenzaamheid: heerlijk.’

Volgens u moeten we onze vrijetijdsbesteding dus bewust invullen.
‘We weten: om te kunnen herstellen van het werk, moet je dingen kunnen doen die je echt energie geven. Dingen die aansluiten bij je psychologische behoeften. Daarom zijn we in een aantal Finse bedrijven een programma gestart over off-job crafting. Daarbij ondersteunen we mensen om zich bewust te worden van hun psychologische behoeften en na te gaan welke activiteiten dat zijn.’

En?
‘Dat is uiteraard voor iedereen anders. Weet je, bij vrije tijd denken mensen vooral aan ontspannen en niks doen: ze ploffen na het eten op de bank. Ze vergeten echter dat ze ook andere dingen kunnen doen: sporten, muziek maken, tuinieren, een cursus volgen. Uit onderzoek blijkt dat mensen het zwaar vinden om na het werk iets actiefs te doen, vooral na een vermoeiende werkdag. Hebben ze die drempel eenmaal genomen, dan blijkt dat zo’n activiteit juist enorm oplaadt. Blijkbaar gaat het, net als bij vakantievieren, om een balans: aan de ene kant ontspanning en afstand nemen, aan de andere kant zinvol bezig zijn, je verbonden voelen met anderen en nieuwe uitdagingen aangaan.’

Staat uw onderzoek niet haaks op de verworvenheid dat je je vrije tijd zelf mag in vullen?
‘Ik denk dat mensen veel baat bij ons off-job crafting-programma kunnen hebben. In deze tijd, na de mentale aanslag door corona, misschien nog meer. Maar er zit natuurlijk ook een nare kant aan, dat je nu ook al bewust bezig moet zijn met je vrijetijdsbesteding. Dat gevoel herken ik wel. Als ik me op de bank heb geïnstalleerd om een Netflix-serie te kijken en een stemmetje zegt: Jessica, eigenlijk zou het nu beter voor je zijn als je Fins ging leren.’

Arbeids- en organisatiepsycholoog Jessica de Bloom (37) promoveerde in 2012 op het effect van vakantie op onze gezondheid. Daarover schreef ze ‘De kunst van het vakantievieren. Praktische tips om het beste uit je vakantie te halen’ (2012). Ze doet onderzoek naar de vervagende grens tussen werk en privé en de rol die moderne communicatiemiddelen daarbij spelen. De Bloom is universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit van Groningen en werkt als onderzoeker voor de universiteit van Tampere in Finland.

Ditty Eimers

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken? Dat kan!

Waardeer je mijn journalistieke werk?

Doneer en help de onafhankelijke journalistiek.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken?

Dat kan! Door een bijdrage help je me om dit soort artikelen te blijven schrijven.

Contact