Psycholoog Iva Bicanic

Kindermisbruik: “Het is niet jouw schuld”

Kindermisbruik komt voor in alle milieus en vaak merken ouders er niets van, zegt klinisch psycholoog Iva Bicanic. ‘Juist als jullie een goede band hebben, wil je kind jou beschermen.’

‘Kindermisbruik is een rotding. Zo gemeen, zo vernietigend.’ Klinisch psycholoog Iva Bicanic zegt het uit de grond van haar hart, maar haar toon is monter. Iva Bicanic, hoofd van het Centrum Seksueel Geweld en van het Landelijk Psychotraumacentrum in het UMC Utrecht, werkt al twintig jaar met kinderen en jongeren die misbruik hebben meegemaakt.
Hun verhalen prikkelen haar op een positieve manier, vertelt ze: ‘Omdat er vrijwel altijd iets te repareren valt. Dan denk ik: kom Iva, aan de bak!’
Ze vertelt over Frank, een jongen van 18, die vanaf zijn 13e was betast en verkracht door zijn zwemtrainer. Frank werd verteerd door schuldgevoelens. Omdat hij zich niet had verzet en zelfs opgewonden raakte tijdens het misbruik. Pas na vele therapeutische sessies en met steun van zijn ouders kon hij accepteren dat het niet zijn schuld was geweest. ‘Daarmee kwam eindelijk het verdriet los, over alles wat hij had gemist door het misbruik.’
Dat zou Iva Bicanic zo veel meer misbruikte kinderen gunnen: dat ze hun geheim durven te onthullen en steun van hun omgeving krijgen. Plus een goede therapie. ‘Want zonder behandeling gaat bijna de helft van deze kinderen ernstig vastlopen in het leven, vanwege onverwerkte emoties en herinneringen. Ook kan het helpen herhaling te voorkomen, want de helft van de misbruikte kinderen krijgt later opnieuw met misbruik te maken.’
Samen met zedenadvocaat Richard Korver schreef ze Dicht bij huis, een gids voor ouders van kinderen die seksueel zijn misbruikt. Met uitleg en tips hoe ouders en anderen misbruikte kinderen het best kunnen steunen.

Elk kind loopt risico op seksueel misbruik, dus elke ouder kan ermee te maken krijgen, schrijft u in “Dicht bij huis’. Is dat niet zwaar overdreven?
‘Het laatste wat ik wil, is ouders bang maken. Maar ik vind dat we moeten stoppen met wegkijken. In elke basisschoolklas zit minstens één kind dat seksueel wordt misbruikt en vanaf twaalf jaar neemt de kans op seksueel misbruik sterk toe. Een op de drie minderjarigen geeft aan ooit een vorm van (online) seksueel geweld te hebben meegemaakt. We willen nog steeds niet geloven dat het probleem zo groot is. En zo dichtbij: in 85 procent van de gevallen zijn de daders bekenden en gebeurt het dicht bij huis, in de familie, op school, op de sportclub.’

Welke gezinnen zijn het meest kwetsbaar voor misbruik?
‘Van slachtoffers én daders van misbruik is bekend dat ze in hun jeugd meer dan gemiddeld te maken hebben gehad met verwaarlozing, mishandeling en huiselijk geweld. Maar het gebeurt overal, in alle milieus. “In onze kringen komt dat niet voor” hoor ik vaak als ik lezingen geef aan collega-psychologen of rechters. O nee? In mijn spreekkamer zie ik de meest welbespraakte, warme en goed gehechte gezinnen. En ook in zo’n gezin kan het jaren duren voordat een kind ermee naar buiten komt. Als dat al gebeurt. We weten dat een op de drie misbruikte mannen en een op de vier misbruikte vrouwen het nooit heeft verteld. Degenen die dat wel doen, onthullen het vaak pas als ze volwassen zijn.’

Als je een goede band hebt, merk je toch dat je kind ergens mee zit?‘’
Ik zou ook graag willen dat dat waar was. Een deel van de misbruikte kinderen heeft last van slaapproblemen, een kort lontje of concentratieproblemen. Maar die signalen kunnen ook op een ander probleem wijzen. Bovendien merk je aan een derde tot de helft van de misbruikte kinderen helemaal niets. En juist als je een goede band hebt, wil je kind jou beschermen. Zo’n kind, of het nu 7 of 14 is, weet honderd procent zeker: als dit op tafel komt, worden mijn ouders vreselijk verdrietig. Of boos. Dat kind heeft gelijk, want alle ouders gaan onderuit. Dus kinderen bedenken: ik ga dit nu niet vertellen, ik vertel het wel een keer als ik volwassen ben. Op dat moment denken ze dat het een fluitje van een cent is: ik knip het gewoon uit mijn leven.’

Zijn er nog meer redenen waarom kinderen zwijgen over misbruik?
‘Vaak hebben ze in het begin niet in de gaten wat er aan de hand is. Als je klein bent, weet je niet wat misbruik is. Het is niet op tv, niemand heeft het erover. Het voelt alleen raar, zonder dat je er woorden aan kunt geven. Sommige kinderen krijgen het door bij de les over lentekriebels of ze lezen iets in een boek. Ineens valt het kwartje. Maar dan beseffen ze ook: ik zit erin, ik kan er niet meer uit.’

En dan?
‘Dan gaan ze vaak een dubbelleven leiden, waarbij ze het misbruik als het ware “amputeren”: elke dag opnieuw doen ze alsof het niet gebeurt. Zo brengen ze hun stressniveau naar beneden en houden ze het dagelijks leven vol. Achtjarige kinderen zijn daar al heel bedreven in. Op een gegeven moment denken ze: heb ik dat seksding gedroomd of van iemand gehoord? Ze voelen vaak ook: als het uitkomt, gaat er iets groots gebeuren, ze weten alleen niet precies wat. Soms zijn ze bang gemaakt: ik ga je moeder pijn doen, ik pleeg zelfmoord, papa en mama gaan uit elkaar. Die dreigementen veroorzaken een diepe, diepe angst.’

Het komt ook voor dat seksuele handelingen voor een kind pas later gaan voelen als misbruik, beschrijft u in uw boek.
‘Ja, dat gebeurt bijvoorbeeld als een kind erachter komt dat opa meer lievelingetjes had en de band met hem helemaal niet zo speciaal was. Ik heb kinderen in therapie die vreselijk moeten huilen omdat ze die persoon kwijt zijn. Hun verdriet gaat nooit over het seksgedeelte, ze zijn blij dat ze daarvan af zijn. Maar ze missen de aandacht, dat ze werden gezien en gewaardeerd. Het verwarrende van seksueel misbruik is dat er meestal ook iets prettigs is, iets aangenaams dat trekt.’

Is dat de reden waarom zo veel misbruikte kinderen worstelen met schuldgevoelens?
‘Ja, ze ervaren het vaak als grotendeels hun eigen schuld. De pijlen gaan haast automatisch naar binnen. De meeste kinderen lopen ook niet vast op de seksuele handelingen die bij het misbruik hoorden. Ze hebben achteraf vooral last van hun vernietigende oordeel over hun eigen gedrag. Waarom deed ik niks? Waarom ging ik steeds terug? Ik behandelde een meisje dat door haar opa was misbruikt. “Kom maar, kom maar,” riep hij als hij op bed zat. Wat haar ’s nachts wakker hield, ging niet over wat er in dat bed gebeurde, het ging om die vijf stappen die zij elke keer zelf zette, van de deuropening naar het bed. Kinderen die langdurig gevangen zitten in het web van misbruik nemen soms ook zelf initiatief. Zo hopen ze erger te voorkomen. Ook daar kunnen ze zich achteraf vreselijk schuldig over voelen.’

Hoe houden kinderen dat vol?
‘Vaak hebben ze een paar ontsnappingsmogelijkheden: school, de sportclub, een oom of tante bij wie ze zich veilig voelen. Maar in de afgelopen periode vielen die mogelijkheden grotendeels weg. Ik ben bang dat veel misbruikte kinderen het vreselijk moeilijk gehad hebben toen de scholen gesloten waren. In zo’n situatie neemt de stress toe, waardoor kinderen bijvoorbeeld veel meer gaan eten of zichzelf gaan verwonden. Of ze zoeken online soelaas – met bijbehorende kans om in handen te vallen van andere mensen met verkeerde bedoelingen.’

Wat kunt u voor misbruikte kinderen betekenen?
‘De meeste kinderen die bij mij komen, hebben een posttraumatische stressstoornis: het lukt ze niet om het gebeurde te verwerken. Vaak hebben ze last van herbelevingen, slaapproblemen en negatieve gedachten. Het eerste wat ik doe, is proberen de felheid en de lading van de herbelevingen af te halen. Meestal met EMDR. Daarna help ik ze om anders te gaan denken: dat ze normaal slachtoffergedrag hebben vertoond, dat ze geen kant op konden en meewerkten om te overleven. Veel kinderen hebben last van de hindsight bias: ze beoordelen de oorspronkelijke situatie met de kennis van nu. 15-jarigen vinden het onbegrijpelijk dat ze hun buurman destijds geen stomp hebben gegeven. Vaak vraag ik ze een foto mee te nemen van zichzelf, toen het misbruik begon. “Ach, wat een schattig jochie was jij toen je 9 was. Welke maat schoenen had je? Zie je hoe klein je nog was?” Zo probeer ik ze te laten kijken naar hoe het toen was, en ze duidelijk te maken dat hen geen blaam treft.’

Wat adviseert u ouders die erachter komen dat hun kind is misbruikt?
‘Om zo kalm mogelijk te blijven. Ontreddering, paniek en boosheid zijn begrijpelijke reacties. Zoek daarvoor een uitlaatklep, zodat je in het bijzijn van je kind rustig kunt blijven. De emoties van ouders kunnen bij kinderen keihard aankomen, merk ik in de spreekkamer: soms hebben ze meer impact dan het misbruik zelf. Verder is het belangrijk dat ouders hun kind na een tijdje weer los durven laten. In het begin zijn kinderen vaak bang en is het fijn als ouders extra bescherming bieden. Maar als de veerkracht terugkomt, willen ze weer de wereld in. Meisjes van vijftien willen fietsen met vriendinnen, dat is normaal. Dat normaliseren is lastig voor ouders. Controle biedt houvast, maar het is schijnzekerheid. Een kind heeft meer aan vertrouwen.’

Over vertrouwen gesproken: heeft u nog vertrouwen in andere mensen?
‘Als ik helemaal tot me door zou laten dringen hoe wijdverspreid seksueel misbruik is, zou ik mijn twee pubers in de schuur opsluiten. Zo kun je niet leven, dus ze gaan en staan waar ze willen. Ik wil geen bange mensen van ze maken. Maar ik ben net zo kwetsbaar als iedere andere ouder: ik weet dat ook mijn kinderen iets naars kunnen meemaken dat ze van mij weghouden om me te beschermen. En ik vind het moeilijk om hun duidelijk te maken dat ook lieve mensen die we vertrouwen bij je over de grens kunnen gaan.’

Kun je kinderen tegen misbruik wapenen?
‘Je kunt wel met ze praten, maar dat geeft geen garantie. Toen mijn kinderen jong waren, deed ik weleens spelletjes met ze: als de buurman zegt dat je je broek naar beneden moet doen, wat doe je dan? En als de oppas bij je in bed kruipt? Of dat helpt weet ik niet, ik denk dat het meer hoopvol denken was. Ik praatte ook met ze over wensen en grenzen, dat je de baas bent over je billen en dat soort dingen. Nu ze aan het puberen zijn, heb ik geen ingang meer: “Ja hoor, komt zij weer aan.” In weerbaarheidstrainingen geloof ik niet zo, daar zou meer onderzoek naar moeten worden gedaan. Je kunt kleine kinderen niet weerbaar maken tegen grote mensen die slechte dingen met ze doen. Het belangrijkste wat we kunnen doen, is investeren in veilige gezinnen. Laten we bijvoorbeeld mensen begeleiden die zijn misbruikt en op het punt staan zelf een gezin te vormen.’

Waarom is dat zo belangrijk?
‘Omdat kinderen van misbruikte ouders meer risico lopen om ook slachtoffer van misbruik te worden. Dat komt doordat slachtoffers van langdurig misbruik hun gevoel uitschakelen. Als ze een kind krijgen terwijl ze nog steeds “verdoofd” zijn, voelen ze niet goed aan wat hun kind nodig heeft. Zo’n kind wil gezien worden en gaat elders aandacht zoeken. Met alle gevolgen van dien.’

Heeft #MeToo geholpen om kindermisbruik hoger op de agenda te zetten?
‘#MeToo gaat over volwassenen die bij andere volwassenen over de grens gaan. Dat staat ver af van de kinderen met wie ik te maken heb. Als er ooit een nieuwe #MeToo-beweging ontstaat, zou die moeten gaan over de omstanders. Het is heel belangrijk dat die inlevend reageren, zoals bij andere heftige gebeurtenissen, en dat gebeurt lang niet altijd. Ken je iemand die is misbruikt, doe of zeg dan dus vooral iets wat troost geeft.’

Iva Bicanic (1972) is hoofd van het landelijk Psychotraumacentrum voor kinderen tot 25 jaar in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (UMC Utrecht) en landelijk coördinator van het Centrum Seksueel Geweld. In 2018 werd ze uitgeroepen tot meest invloedrijke persoon in de publieke gezondheidszorg en in 2020 ontving ze de Vrouw in de Media award.
Samen met advocaat Richard Korver schreef ze ‘Dicht bij huis. Hoe steun je een kind na seksueel misbruik?’, De Arbeiderspers, 2020.

Ditty Eimers

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken? Dat kan!

Waardeer je mijn journalistieke werk?

Doneer en help de onafhankelijke journalistiek.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken?

Dat kan! Door een bijdrage help je me om dit soort artikelen te blijven schrijven.

Contact