Twee jaar lang stond ‘doorgaan’ centraal bij journalist Ditty Eimers. Durft ze de pijn om de dood van haar man nu wel recht in de ogen te kijken? Verslag van een rouwretraite op het Franse platteland.
De dag voor ik afreis, ontvang ik een ‘hart onder de riem’ in mijn mailbox. ‘Morgen begint voor jou de retraite waarin je aandacht gaat besteden aan jouw rouw. Misschien kijk je ernaar uit, maar het is ook goed mogelijk dat je er een beetje tegenop ziet.’ Er is niets om je zorgen over te maken, schrijven rouwtherapeuten Els Spil en Maartje Hazebroek: ‘Je komt op een fijne plek en mag jezelf even helemaal de ruimte geven.’
Met gemengde gevoelens pak ik mijn koffer. Toen me twee maanden geleden werd gevraagd om een reportage te maken over een rouwretraite in Frankrijk, klonk me dat als muziek in de oren. Vijf dagen bijkomen in een landhuis in de Haute Marne. Rust. Natuur. Lekkere maaltijden, massages. Even weg van de dagelijkse beslommeringen, die nog steeds zoveel energie kosten.
Maar hoe dichterbij het komt, hoe meer ik ertegenop zie. Ik ga als journalist, maar meer nog als deelnemer. Ruim twee jaar nadat mijn man volkomen onverwachts overleed, na een hechte relatie van meer dan dertig jaar, prijst iedereen me dat ik zo sterk ben. Ik zit inderdaad niet huilend in een hoekje. Maar diep vanbinnen voel ik me nog steeds wankel. Ik kan me moeilijk concentreren, ben vaak gespannen en slaap slecht. Een kleine tegenslag kan me volledig uit evenwicht brengen: de wasmachine die ermee ophoudt, een printer die niet wil.
Maar toch, ik heb mijn leven weer redelijk op orde. Wil ik wel een hele week met rouw bezig zijn? Dat gevoel van totale wanhoop, het tweede halfjaar nadat mijn man was overleden, hoop ik nooit meer mee te maken. Ik wil dóór met mijn leven.
Vijf dagen bijkomen op een mooie plek in de natuur, met yoga, massages, wandelen, meditatie en lekker eten. ‘Omdat het zo heerlijk is om een paar dagen verzorgd te worden,’ zeggen rouwtherapeuten Els Spil (links) en Maartje Hazebroek.
‘Je gaat verbinding maken met jezelf en met je gevoel’, lees ik op de website van Spil en Hazebroek. En: ‘Een rouwretraite is een geschenk aan jezelf.’ Het zijn termen waar ik kippenvel van krijg. Ik ben nogal nuchter. En ik vind het doodeng om mijn gevoelens met wildvreemden te delen.
Ontredderd
‘Bijna iedereen vindt het eng,’ zegt Els Spil als ze me de volgende dag mijn kamer op landgoed Le Zèbre et la Tortue laat zien. ‘Maar de meeste mensen gaan hier uiteindelijk lichter weg.’
Twee jaar geleden begon Els samen met Maartje Hazebroek retraites voor mensen die een dierbare hebben verloren. De twee ontmoetten elkaar op de Hogeschool voor Geesteswetenschappen in Utrecht, waar ze de opleiding tot rouwtherapeut volgden. Allebei hadden ze een zware rouwperiode achter de rug. Els verloor haar man aan kanker. De vader van Maartje maakte een eind aan zijn leven. Ze wilden een plek creëren die ze tijdens hun eigen rouw nergens vonden. Els: ‘In mijn eigen omgeving kon ik niet kwijt hoe ontredderd ik me voelde. En dat uurtje per week bij een psycholoog was veel te kort.’ Maartje: ‘Ik miste mensen die dingen konden benoemen waar ik zelf geen woorden voor had. Die me hielpen om de pijn tot in mijn tenen te durven voelen.’
Beiden ontdekten na een lange zoektocht dat het beter lukte de pijn te voelen en te verdragen door ook te luisteren naar hun lichaam: door te herkennen wanneer en in welk lichaamsdeel de spanning opkwam, of wanneer ze een ijskoude klomp in hun maag voelden. En door te ontdekken dat ook de heftigste pijn weer voorbijging.
Dat is ook het uitgangspunt op deze rouwretraite. ‘De pijn echt voelen kan verlichtend werken,’ zegt Maartje. ‘Veel mensen in rouw hebben de neiging om erbij weg te blijven. Bijvoorbeeld door heel hard te werken. Via het denken probeer je grip op je bestaan te houden. Maar de pijn die bij heftige rouw hoort, laat zich niet wegdrukken. Je lichaam vertelt je wat er echt aan de hand is. En het is goed om daarnaar te luisteren. Omdat je dan ontdekt dat het ook weer voorbijgaat.’
Daarom stelden Els en Maartje een programma samen dat uitnodigt om ‘uit het hoofd te komen’ en ‘in het lichaam te zakken’: via meditatie, ademhalingsoefeningen, yoga, massage, wandelen en creatieve opdrachten. Op een mooie plek, met lekker eten. Els: ‘Omdat het ook zo heerlijk is om een paar dagen verzorgd te worden.’
Ook groepsgesprekken en het uitwisselen van ervaringen zijn een belangrijk onderdeel van de rouwretraite. Maartje: ‘Ieder heeft zijn eigen rouwproces. Maar alleen al de ontdekking dat een ander ook zulke heftige dingen meemaakt, kan verlichtend werken.’ Ook merken ze vaak dat mensen tijdens een rouwretraite dingen durven te vertellen die ze in hun eigen omgeving voor zich houden. ‘Je bent samen met mensen voor wie je je niet groot hoeft te houden.’
Cadeautje
De eerste dag begint met vers fruit, een zachtgekookt eitje en knapperige broodjes. De zon schijnt en we gaan naar buiten voor een stiltewandeling. De opdracht is om heel langzaam te lopen. ‘Daardoor kun je naar binnen gaan en stilstaan bij wat je nu voelt,’ zegt Els. ‘Kijk goed om je heen, misschien kom je symbolen tegen voor het verlies dat je ervaart.’ Ik zie geen symbolen, ik ben alleen maar krampachtig bezig mijn pas in te houden. ‘Je loopt alsof de duivel je op de hielen zit’, zeggen vrienden vaak sinds mijn man is overleden.
Na de lunch is het tijd voor het eerste groepsgesprek en hoor ik wat de drie andere deelnemers hier bracht. Monique heeft haar partner verloren aan kanker, na een relatie van meer dan twintig jaar. Ook de man van Pauline, weduwe met twee puberende kinderen, overleed aan kanker. Jacqueline werd de dag na het overlijden van haar moeder door haar echtgenoot verlaten.
Elk groepsgesprek begint met het aansteken van een waxinelichtje voor de overledenen. Dat ritueel staat ook symbool voor vertrouwen: dit gesprek blijft onder ons, en we luisteren zonder te oordelen. Om de beurt doen we ons verhaal. Vijf paar oren die een half uur aandachtig naar je luisteren, dat voelt als een cadeautje. De sfeer is al snel vertrouwd. Wat heerlijk om te horen dat anderen soms ook keihard ‘Houd je bek!’ willen roepen als vrienden of familieleden met het zoveelste advies aankomen. En dat toch maar inslikken, want je hebt hun steun zo hard nodig. En je weet zelf ook wel dat je extreem gevoelig bent.
Rouwtaken
De rode draad in de groepsgesprekken is dat rouw vaak zo anders aanvoelt dan wat we erover hebben gehoord en gelezen. In vrijwel ieder boek dat erover verscheen gaat het over de vier ‘rouwtaken’ die je te verrichten hebt: de werkelijkheid van het verlies onder ogen zien, de pijn ervan ervaren, je aanpassen aan de wereld na dit verlies en tot slot weer leren genieten en herinneringen bewaren… Door al die taken moet je heen en dan heb je je verlies verwerkt. Het klinkt logisch, maar werkt het ook zo? ‘Flikker toch op met je rouwtaken,’ denk ik soms. Het kost me al moeite genoeg om de kost te verdienen, er op cruciale momenten te zijn voor mijn kinderen, het huis schoon te houden en ook nog een beetje sociaal te zijn.
Rouwspecialist Manu Keirse gelooft ook niet meer in rouwverwerking. Voorafgaand aan deze retraite las ik het nieuwste boek van deze bekende Vlaamse klinisch psycholoog, Helpen bij verlies en verdriet. Hij schrijft dat je een verlies hoogstens kunt overleven. Proberen het te verdragen en ermee te leren leven, dat is wat je volgens hem kunt doen. Precies dat is wat Maartje en Els hier voor ogen staat. ‘Het gaat hier niet over het verwerken van je verlies. Het belangrijkste is dat je je durft open te stellen voor wat dat verlies met je doet.’
Maar dat is al lastig genoeg. Omdat de emoties na een ingrijpend verlies zo onvoorspelbaar en overweldigend kunnen zijn. Het ene moment denk je dat het eindelijk over is, omdat je een maand niet hebt gehuild. Het volgende slaat dat rotgevoel ineens weer toe, ook na twee of drie jaar.
Ineens weet ik: ik hoef niet elke dag sterk te zijn
En het gaat over veel meer dan over verdriet en gemis alleen. Een van ons vertelt over de paniek die haar zomaar bij de keel kan grijpen. ‘Ga ik het wel redden in mijn eentje?’ De ander vertelt over de vervreemding die ze voelt, omdat de dingen waar haar vrienden zich druk om maken haar niet meer interesseren. Zelf merk ik dat mijn zelfvertrouwen in rook lijkt opgegaan. Ik dacht dat ik een zelfstandig type was. Nu weet ik zelfs niet meer welke kleur ik de muren van mijn nieuwe slaapkamer moet geven.
‘Als je heel lang samen bent geweest, ontleen je je identiteit ook min of meer aan elkaar,’ houdt Els ons voor. De keuzes die je maakt, de dingen die je samen onderneemt: het zijn vaak compromissen. Sommige dingen heb je aan de ander overgelaten: vrienden uitnodigen, uitjes plannen. Als je partner wegvalt moet je alles weer zelf bedenken en doen. ‘Soms is dat bevrijdend, maar het kan je ook heel onzeker maken omdat je eigenlijk niet meer weet wat je zelf belangrijk vindt.’
’s Avonds praat ik na met Pauline. ‘Ik word zo doodziek van mijn eigen verhaal,’ zegt ze. ‘Ik kan het gewoon niet meer horen.’ Ik herken dat, ik zeg ook vaak tegen mezelf: niet zeuren. En toch is er ook die behoefte om anderen uit te leggen hoe zwaar de dagen soms zijn. Dat het niet leuk meer is om thuis te komen. Of naar een feestje te gaan. Pauline: ‘Zou het helpen als we eerst aan onszelf durven toe te geven dat ons leven soms gewoon kut is?’
Huidhonger
Aan het eind van dag twee krijg ik een uitgebreide massage. Net als de andere deelnemers keek ik daar enorm naar uit. We hebben allemaal huidhonger: armen om je heen, iemand die eens over je rug strijkt of je voeten opwarmt. Els merkte tijdens haar rouwperiode hoe goed het haar deed om elke week gemasseerd te worden. Daarom besloot ze zelf de kneepjes van het vak te leren.
De massage was weldadig, maar confronteert me ook met de spanning in mijn lijf. Het lijkt wel of die vooral in mijn benen is gaan zitten. Ze voelen stijf en ik heb al een jaar rare pijnscheuten in mijn knieën, waardoor ik ’s nachts niet kan slapen. ‘Alsof je je nog steeds schrap zet,’ zei een vriendin die fysiotherapeut is. Els ziet zoiets vaker bij mensen in een rouwperiode. ‘Heel veel mensen krijgen lichamelijke klachten en lopen de deur bij de huisarts plat. Terwijl er geen lichamelijke oorzaak is.’ Zelf had ze heftige gewrichts- en spierpijn. Zelfs haar tanden deden zeer.
Ook Manu Keirse schrijft dat lichamelijke klachten veel voorkomen bij rouw. Vooral bij wat hij de ‘instrumentele stijl van rouw’ noemt. Mensen die instrumenteel rouwen, huilen niet zo vaak en delen hun gevoelens niet makkelijk met anderen. Activiteit is hun strategie. Dat wil niet zeggen dat ze het verdriet niet voelen. Maar ze zijn eerder geneigd om in actie te komen, om door te gaan en problemen op te lossen. Ze proberen controle te houden over de situatie en over hun emoties. Dat klinkt me herkenbaar in de oren. Net als de toegenomen energie die Keirse beschrijft, in de vorm van rusteloosheid en zenuwachtigheid. Die verhogen de druk om bezig te blijven: ‘Anders word ik gek’.
De instrumentele stijl onderscheidt zich van de intuïtieve stijl, waarin het intens voelen en uiten van de pijn centraal staat.
De ene stijl is niet beter dan de andere. En vaak hebben mensen een gemengde stijl. Maar volgens Keirse hebben hulpverleners de neiging de intuïtieve stijl als effectiever te zien. ‘Dat is gebaseerd op het idee dat het uiten van intense gevoelens noodzakelijk is voor gezonde rouw.’ Maar beide rouwstijlen zijn even effectief, zegt Keirse.
Op pad voor een stiltewandeling. Ik krijg als opdracht mee: heel langzaam lopen en rondkijken naar symbolen voor mijn verlies.
Tegelijkertijd hebben allebei de stijlen ook nadelen. Mensen die vooral intuïtief rouwen, hebben nauwelijks energie of motivatie om problemen op te lossen en maken lange periodes mee van desoriëntatie, uitputting en angst. Mensen die overwegend instrumenteel rouwen, vertonen meer woede dan verdriet. Vaak beseffen ze zelf niet hoe opgewonden ze overkomen, schrijft Keirse. ‘Wanneer iemand je daarop attent maakt, kun je vreselijk boos worden.’
Balans
Dat is precies wat de derde dag gebeurt, tijdens de individuele sessie met Maartje. Ze vertelt dat ze bij mijn aankomst al zag hoe gespannen ik was. ‘Toen we je uit de auto zagen stappen, zeiden Els en ik tegen elkaar: werk aan de winkel.’ Ik voel me betrapt. Word ik hier soms beoordeeld, of ik wel op de juiste manier rouw?
‘Probeer maar te voelen wat er in je lichaam gebeurt,’ zegt Maartje. ‘We gaan op onderzoek wat er speelt door samen ademhalingsoefeningen te doen.’ Na tien minuten moet ik plotseling vreselijk huilen. Het is alsof ik, door me te concentreren op mijn ademhaling, in een gebied ben gekomen waar ik met praten niet bij kan. Met horten en stoten probeer ik de emoties die opborrelen te verwoorden. Dat ik me zo alleen en in de steek gelaten voel. Dat daardoor ook vroegere ervaringen worden opgerakeld, die ik allang verwerkt dacht te hebben. Dat ik soms zo kwaad ben op mijn man. Dat ik niemand meer echt durf te vertrouwen, omdat het leven zo onheilspellend is geworden. Dat ik me zo vaak tekort voel schieten tegenover onze kinderen.
‘Instrumentele rouw is gezond’, zegt Maartje. ‘Je kunt je niet altijd blootstellen aan de pijn en dat moet je ook niet willen. Maar om te overleven, moet je een balans vinden. De pijn toelaten kan ook helend werken. Dat kan rust geven en nieuwe kracht aanboren.’
De volgende dag ben ik vreselijk moe. Maar ik voel me ook een stuk lichter, zoals Els aan het begin van de week had voorspeld. Tijdens de ochtendmeditatie legt Maartje zoals iedere ochtend zorgvuldig een dekentje over me heen. Voor het eerst lukt het me echt te ontspannen.
Op de laatste dag schrijven we op wat we achter ons willen laten. ‘De drang om altijd maar door te gaan, ook als ik er bijna bij neerval’, staat op mijn briefje. In de grote tuin staat een pot met vuur waar we onze briefjes in verbranden.
Op witte linten hebben Maartje en Els de goede voornemens geschreven die we ook hebben uitgesproken. ‘Milder worden. Voor mezelf en voor anderen’, is de boodschap op mijn lint. Ik hang het in een boom en kijk hoe het meebeweegt met de wind. Ik wil door, iets van mijn leven maken. Maar ik heb deze week ook ervaren hoe bevrijdend het kan zijn om af en toe aan mijn verdriet toe te geven. Ik hoef echt niet elke dag sterk te zijn.
Ook in rouwretaite?
Therapeuten Els Spil en Maartje Hazebroek organiseren van 15 t/m 20 april een vijfdaagse rouwretraite in Noordoost-Frankrijk. In Nederland zijn er het hele jaar door tweedaagse retraites in Olst. Kijk voor meer informatie op: rouwretraitesruimtevoorjou.nl