Kinderen en rouw

Huilen mag, leuke dingen doen ook

Als ouder wil je niets liever dan je kind groot verdriet besparen. Maar dan gaat papa of mama dood. Hoe help je je kind om te leven met zo’n verlies?

Op een zondagnacht werd alles anders in het leven van Henriëtte van Malm (39), Sven (9) en Finn (7). Olaf, de man van Henriëtte en vader van Sven en Finn, overleed onverwachts aan een hartaanval. ‘Mijn kinderen vertellen dat Olaf dood was, is het zwaarste wat ik ooit heb moeten doen,’ vertelt ze negen maanden later. ‘Ze moesten verschrikkelijk huilen. Hoe kon dat nou en waar was papa? Toch waren ze blij toen ik vertelde dat hij thuis zou komen uit het ziekenhuis. “Wanneer komt papa nou?” vroegen ze steeds.’

Met zijn drieën maakten ze een kamertje mooi en zochten ze kleren voor hem uit. Henriëtte: ‘Natuurlijk schrokken ze toen ze mochten gaan kijken, ook al had ik verteld dat Olaf er anders uitzag. Maar binnen een paar minuten gingen ze aan zijn haar voelen.’

‘Zou je dat wel doen? Ze zijn nog zo jong,’ had Henriëttes vader gezegd toen ze had verteld dat ze Olaf thuis wilde laten opbaren. Achteraf is ze blij dat ze haar intuïtie heeft gevolgd. ‘Het was goed dat we Olaf dicht bij ons hadden. Ze konden rustig afscheid nemen en beseften dat hij echt dood was.’

‘s Ochtends renden Sven en Finn direct uit de douche naar hem toe. Iedere dag deden ze hem zijn eigen geurtje op. Op donderdag werd Olaf in de kist gelegd, die de hele week in de kamer had gestaan en die ze zelf hadden beschilderd. Finn stopte zijn liefste knuffel erbij, Sven zijn voetbal. Henriëtte: ‘Ze wilden zelf meehelpen om de kist te sluiten. Mijn hart brak. “Doe maar” heb ik gezegd. Het is hun papa.’

Kinderen vinden de dood niet eng, daar is Henriëtte van overtuigd. ‘Het zijn volwassenen die het eng maken.’ Daarom heeft ze Sven en Finn zoveel mogelijk bij alles betrokken. In het afscheidsboekje dat ze voor hen heeft laten maken, staan foto’s van toen Olaf nog leefde, maar ook van de begrafenis en de week dat hij lag opgebaard. De dood niet wegstoppen, daar hoort voor Henriëtte ook bij dat ze huilt als ze verdrietig is. ‘Ik leg mijn verdriet niet op de schouders van mijn kinderen, maar ze mogen best weten dat ik Olaf mis.’ Tegelijk wil ze hun laten zien dat het leven doorgaat. ‘Ze mogen huilen, maar ook leuke dingen doen.’ Daarom stond ze de dag na de begrafenis alweer op het voetbalveld en ‘s avonds op de kermis. ‘De kinderen wilden dat zo graag. Ik moest huilen en lachen tegelijk, maar ik stond er wel.’

Christel Hobbelen (42) is moeder van Douwe (7) en Tijl (3). In februari 2010 overleed haar man Bart nadat drie jaar eerder een ongeneeslijke vorm van kanker was vastgesteld. ‘Tijl was nog te klein, maar Douwe hebben we steeds eerlijk verteld wat er aan de hand was. Ook toen we wisten dat Bart dood zou gaan. Daarnaast probeerden we ons leven zo goed mogelijk voort te zetten; eruit te halen wat erin zat. Maar de dood is iets waar je je niet op voor kán bereiden. Het verdriet is zo overweldigend.’

Ze weet dat de kinderen het moeilijk vinden als ze huilt. ‘Het is mama’s verdriet, vertel ik ze. Het komt niet door jullie. Je mag me troosten, maar het hoeft niet.’

Veel ouders vinden het moeilijk om kinderen hun eigen pijn te laten zien, vertelt Nel Marang van het Helen Dowling Instituut voor psychosociale begeleiding van mensen met kanker en hun familie. Ze begeleidt rouwgroepen voor kinderen die een van hun ouders hebben verloren aan kanker. ‘Ouders willen hun kind niet belasten. Maar het is heel verwarrend voor kinderen als ze niemand een traan zien laten wanneer hun vader of moeder is overleden. Dan kunnen ze gaan denken dat ze ook niet mogen huilen.’

Wat ouders zich vaak niet realiseren, is dat kinderen andersom ook hun vader of moeder willen beschermen. ‘Ze hebben nog maar één ouder en daarmee moet het goed gaan. Dat is bijna heilig voor ze. Vaak gaan ze pas openlijk rouwen als ze zien dat het met hun overgebleven ouder wat beter gaat. Dat kan best een half jaar duren.’

Kinderen rouwen ook anders dan volwassenen. Nel Marang: ‘Sommige kinderen gaan schoppen in plaats van te zeggen dat ze hun vader of moeder missen. Of ze krijgen buikpijn. Ze rouwen ook meer in laagjes. Het ene moment zijn ze boos of verdrietig, het volgende moment zijn ze lekker aan het voetballen. Ouders maken zich daar soms zorgen over. ‘Hij is zo vrolijk, dat klopt toch niet?’

Herkenbaar, vindt Christel. ‘Pas moest Douwe heel erg huilen toen hij tegen een jas van Bart aanliep. Ik probeerde hem te troosten. We praatten en huilden even. “Genoeg,” zei hij plotseling. “Mag ik op mijn DS?” Het volgende moment ging hij op in zijn spel.’

Tijl is heel open, vertelt ze. ‘Hij vindt het fijn als mensen zeggen dat hij zoveel op zijn papa lijkt en praat gezellig mee over Bart. Hij zit duidelijk in een andere leeftijdsfase dan Douwe, die het de eerste maanden heel moeilijk vond om over Bart te praten of zich te laten troosten. Dat was ingewikkeld. Je wilt zo graag weten wat er in die hoofdjes gebeurt. Hen helpen door dingen te delen en uit te leggen. Ik heb geleerd dat het zo niet werkt. Ze verwerken het op hun eigen manier en pikken op wat ze nodig hebben.’ Douwe kreeg ook inslaapproblemen. Die is hij inmiddels te boven, maar ze komen soms terug als hij niet lekker in zijn vel zit.

‘Je kunt kinderen niet dwingen zich te uiten of te rouwen,’ zegt Nel Marang. ‘En soms willen ze hun gevoelens liever met anderen delen.’ Dat accepteren en ondertussen steeds een lijntje openhouden is heel belangrijk, zegt ze. ‘Het is meestal niet genoeg om te zeggen: “Je kunt altijd alles vragen.” Door af en toe kleine speldenprikjes te geven, laat je merken dat het onderwerp bespreekbaar is.’

Ze verwondert zich nog steeds over de veerkracht van kinderen, juist in moeilijke omstandigheden. ‘Het meest waardevolle wat je ze kunt meegeven is vertrouwen, dat ze opgewassen zijn tegen het leed dat ze overkomt.’

Sinds Douwe op de rouwgroep van het Helen Dowling Instituut zit, is Christel daar geruster op. ‘De eerste keer mocht ik er even bij zijn. Douwe vertelde uitgebreid over Barts ziekte en hoe hij hem mist. Dat was heel mooi.

Hij was er veel meer mee bezig dan ik vermoedde. Op school is hij gewoon Douwe en maakt hij tekeningen van Mario Bros. Op de rouwgroep tekende hij Bart in een mand in de wolken en schreef hij een brief om hem te vertellen dat hij het samen broodjes eten op zondag zo mist.’

Het voorlezen van een boekje over een jongen in dezelfde situatie hielp Douwe om ook thuis over zijn gevoelens te gaan praten. Christel: ‘Dan zei hij: “Dat is bij mij ook zo. Mijn papa die…” Zijn vader is zijn grote held. Hij haalt geregeld herinneringen op die niet helemaal kloppen.’

Thuis probeert ze het gemis een plek te geven, door het vaak over Bart te hebben. ‘Bart is nog steeds heel erg aanwezig. “We gaan gewoon lekker met zijn viertjes,” zei Tijl toen we afgelopen zomer met onze oude Volkswagenbus op vakantie gingen. “Mama doet of papa naast haar zit,” zei Douwe. “Dat is niet zo, maar papa is er wel bij, hij zit in ons hart.”‘

Ze heeft oude collega’s, vrienden en familie gevraagd om een herinnering aan Bart op te schrijven. ‘Alles is goed: leuke dingen, stomme dingen, anekdotes. Die stop ik in een doos voor de kinderen. Ik wil dat ze later een compleet beeld krijgen van hun vader, en dat is meer dan ik ze kan vertellen.’

Ook Henriëtte vertelt dat Olaf nog iedere dag ter sprake komt. ‘Vaak hebben we het over kleine, grappige voorvallen. We kijken ook foto’s en video’s en gaan regelmatig naar het graf. Daar strooien de kinderen vogelzaad. “Dan is papa niet zo alleen,” zeggen ze.’

Ze probeert het licht te houden, maar soms worden ze plotseling overvallen door heftige emoties. Zoals de eerste keer dat ze zonder Olaf naar het zwembad gingen. ‘Al die papa’s die leuke dingen deden met hun kinderen, dat was zo confronterend. Ook de kinderen beseften ineens: dit kan bij ons niet meer. Het ging me door merg en been om te zien hoe het hen aangreep, maar ik wil daar niet voor weglopen. Het is rampzalig wat ons is overkomen, maar we gaan wel verder. Laat het verdriet er maar uitkomen.’

Finn was in het begin heel erg boos, vertelt ze. ‘Dat gebeurde soms wel tien keer op een dag. Als ik hem stevig vasthield en knuffelde, werd hij rustiger. De laatste tijd kan hij er beter over praten.’ Sven gaat liever naar zijn kamer om keihard muziek te draaien of zich op zijn drumstel uit te leven. Henriëtte: ‘Hij is niet zo’n prater. Ik lees hem ‘s avonds een boekje voor met verhalen van kinderen die een ouder hebben verloren. Dat geeft soms een ingang, maar ik probeer het ook te respecteren als hij niets over zijn emoties kwijt wil.’

Henriëtte is tijdelijk gestopt met werken om de kinderen veiligheid te bieden en in de buurt te zijn als ze haar nodig hebben. ‘Ik ben er voor de jongens, maar ik ben niet 24 uur per dag met hen bezig. Ik ben geen supermama. Olaf stoeide iedere avond met de kinderen. Ik ben niet zo’n stoeier en ga dat ook niet forceren. Van computerspelletjes heb ik geen verstand, dat moeten ze nu alleen uitzoeken. Niet om gemeen te zijn, maar het is de harde waarheid dat ze hun vader kwijt zijn.’

‘Je kunt het verdriet van je kinderen niet wegnemen,’ zegt Christel. ‘Sterker, ze hebben ook recht op hun eigen verdriet. Ik voel me heel erg gedragen door mijn omgeving. Maar ik merk dat ik me niet geholpen voel door mensen die voor me invullen wat ik nodig heb. Misschien werkt het bij kinderen ook wel zo.’

Ze heeft de twee beste vrienden van Bart gevraagd om regelmatig een mannendag voor haar jongens te organiseren. ‘Dan gaan ze het bos in, vissen, stoeien, op mama mopperen en lekker kletsen over mannendingen. Ik hoop dat ze dat ook nog hebben als ze ouder zijn. Het besef dat het gemis van hun vader nooit overgaat en in sommige periodes zelfs sterker zal worden, raakt me heel diep. Dat kan ik niet voor ze oplossen, ze moeten daarin zelf hun weg vinden. Het enige wat ik kan doen is ze daarbij zo goed mogelijk begeleiden.’

Ditty Eimers

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken? Dat kan!

Waardeer je mijn journalistieke werk?

Doneer en help de onafhankelijke journalistiek.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken?

Dat kan! Door een bijdrage help je me om dit soort artikelen te blijven schrijven.

Contact