Kinderrechter Jetty Gerritse

‘Opsluiten is zelden een oplossing’

Sommige kinderen ziet kinderrechter Jetty Gerritse nooit meer terug, maar er zijn er ook die steeds opnieuw voor de rechtbank moeten verschijnen. ‘Vaak ben ik de enige volwassene die nog in zo’n kind gelooft.’

Kinderrechter Jetty Gerritse (43) heeft zich verdiept in Facebook en is begonnen met twitteren. ‘Ik wil weten waar kinderen het over hebben. Zodat ik oplossingen kan zoeken, die dichtbij hun eigen belevingswereld staan.’ Het beeld dat rechters een tikje wereldvreemd zijn, klopt van geen kanten, vindt ze. In ieder geval niet als het over kinderrechters gaat. In de elf jaar dat ze kinderrechter is, heeft ze de hele wereld aan zich voorbij zien trekken: hoog- en laagopgeleid, zwart en wit, rijk en arm. ‘Wij zijn geen Tweede Kamerleden die opgepoetste klasjes kinderen voor hun neus krijgen. Wij zien de rauwe werkelijkheid.’ Bij de rechtbank in Utrecht behandelt ze zo’n vijftien zaken per week, zowel civiele als strafzaken. Achter de gesloten deuren van de rechtszaal wikt en weegt ze: over uithuisplaatsingen en ondertoezichtstellingen van kinderen die thuis worden verwaarloosd. Maar ook over straffen voor kinderen die de fout in zijn gegaan. ‘Ik zie veel woede en verdriet, maar het gaat ook om hele wezenlijke dingen.’

Op een cartoon tegen de muur van haar werkkamer staat een vrouw in toga met een wilde bos haar. ‘Wat zou je nou het liefste willen?’ vraagt ze aan een jochie van een jaar of dertien. ‘Bij u gaan wonen, mevrouw’, zegt het jochie. ‘Ja, die vrouw ben ik’, lacht Gerritse. ‘Ik sta er niet zo flatteus op, maar verder klopt het wel.’ Kon ik dit kind maar mee naar huis nemen, denkt ze soms. En heus niet alleen bij kinderen die totaal verwaarloosd zijn door hun ouders. Het verschil tussen ‘arme civiele kindertjes’ en ‘criminele kinderen’ die een strafbaar feit hebben gepleegd is niet zo groot als veel mensen denken. ‘Vaak gaat het om dezelfde kinderen. Eerst heb ik geprobeerd om ze te beschermen omdat hun ouders niet goed voor hun zorgden. Later zie ik ze terug omdat ze alsnog zijn ontspoord.’

Kinderen die een strafbaar feit plegen hebben toch niet altijd een nare voorgeschiedenis?

‘Nee, bij sommige kinderen komt een misstap out of the blue. Een tijdje geleden behandelde ik een zaak van een keurig opgevoede jongen die een brommer had gestolen. ‘Ik had geen zin om te lopen’, zei hij toen ik hem erop aansprak. ‘Heb je wel eens van een bus gehoord?’ vroeg ik. Hij keek me aan alsof ik gek was. Onbegrijpelijk, maar er zijn nu eenmaal jongens en meisjes die heel materialistisch en op zichzelf gericht zijn. Die komen min of meer toevallig in een verkeerde omgeving terecht.’

Maar u ziet vaker kinderen waar wel iets mee aan de hand is?

‘Veel vaker. Kinderen met een ontwikkelingsstoornis of een leerachterstand bijvoorbeeld, die op school verkeerd worden ingeschat en hun kont tegen de krib gooien. Of kinderen die vanaf hun geboorte verwaarloosd zijn, zich nooit veilig hebben gevoeld en later aandacht vragen door strafbare feiten te plegen. Bij de rechtbank proberen we het zo te regelen dat een kind steeds zoveel mogelijk door dezelfde rechter wordt gezien. Het komt dus regelmatig voor dat ik “civiele kinderen” later in een vervolgzaak terug zie.’

Wat kunt u doen als u een gezin ziet waarvan u denkt: met deze kinderen loopt het slecht af als er niet wordt ingegrepen?

‘Ik probeer altijd met de ouders mee te denken. Als ze bij mij komen is er vaak al van alles geprobeerd en hebben ze van alle kanten hulp gekregen. Die hulp is dan niet afdoende of wordt niet geaccepteerd. Het is heel moeilijk voor ouders om te moeten zeggen: ‘ik kan het niet alleen.’ Maar het belang van het kind staat voorop. Ik kan ouders verplichten om een gezinsvoogd in hun gezin te dulden en of andere hulpverlening te accepteren. Soms is er sprake van totale verwaarlozing of zijn ouders door psychische problemen niet in staat hun kind op te voeden. Dan probeer ik een kind te beschermen door het uit huis te laten plaatsen.’

Dat lijkt me een vreselijke beslissing

‘Dat is het ook: iedere ouder wil zijn eigen kind opvoeden. Maar sommige kinderen zijn vrijwel kansloos als je ze thuis laat. Ik herinner me een kind van vier dat zich als een aapje gedroeg. Hij kon niet lopen of praten, was totaal ondergestimuleerd. Een ander jongetje had vanaf zijn geboorte zuigflessen met limonade gekregen. Zijn melkgebit was helemaal verrot en hij had een blijvend spraakgebrek opgelopen. Daardoor had hij enorme achterstand op school. Dat jongetje heb ik ook uit huis laten plaatsen. Bij zijn kleine zusje gebeurde hetzelfde. Met deze kinderen gaat het nu redelijk goed, maar hun moeder is onvindbaar. Ik denk dat ze het niet aan kon om haar kinderen af te moeten staan. Dramatisch.’

Sinds de zaak Savanna, het vierjarige meisje dat dood werd gevonden, terwijl een hele batterij hulpverleners zich met haar ouders had bemoeid, worden kinderen op steeds jongere leeftijd uit huis geplaatst. Een kind dat al als baby bij de ouders wordt weggehaald, komt dat nog wel goed?

‘Baby’s zijn enorm kwetsbaar. Aan de andere kant is een goede hechting aan de ouders cruciaal voor hun ontwikkeling. Een vreselijk dilemma. Maar het is nog erger als je weet dat je eigenlijk al te laat bent. Ik behandelde een zaak van een baby’tje dat door de vader zo hard door elkaar was geschud en geslagen dat het blijvend hersenletsel had opgelopen. Dat jongetje was daardoor ernstig lichamelijk en geestelijk gehandicapt en op een gegeven moment zag het er naar uit dat hij het niet zou redden. Ik moest beslissen of hij bij zijn moeder mocht sterven. Zij wilde dat heel graag, maar bleef ontkennen dat haar man iets fout gedaan. Ik heb toen beslist dat het kind niet naar de moeder mocht. Hij is nu 2 ½ en leeft nog steeds, maar hij heeft 24 uur per dag verzorging nodig. Zijn moeder wil hem nog steeds dolgraag terug.’

Zal dat ooit nog gebeuren?

Als de situatie thuis verbetert, zou dat kunnen. Het doel van de wet is dat een kind uiteindelijk weer terug naar huis gaat, als het maar enigszins kan. Maar in dit geval weet je dat het nooit meer goed komt. Voor niemand. Gelukkig zijn lang niet alle zaken zo schrijnend. Soms knapt een kind enorm op als het een tijdje in een andere omgeving is of behandeld wordt.’

Vindt u het belangrijk dat een kinderrechter zelf ook kinderen heeft?

‘Je bent geen betere kinderrechter als je kinderen hebt. Ik denk dat het voor ouders wel makkelijker is om iets aan te nemen van iemand die zelf kinderen heeft. Sinds ik moeder ben, realiseer ik me nog meer hoe lastig het is als buitenstaanders zich met de opvoeding van jouw kinderen bemoeien. Soms helpt mijn eigen ervaring me. Het komt voor dat moeders een omgangsregeling willen veranderen met het argument: mijn kind wil niet meer naar zijn vader. “Ik sta achter mijn kind”, zeggen ze dan. Als moeder weet ik: een kind heeft soms gewoon geen zin. Die moeders vraag ik of ze hun kind ook thuis houden als het een keer niet naar school wil. Ik probeer ze uit te leggen dat de vader er gewoon bij hoort, net als school. En dat “geen zin hebben” geen reden is om een omgangsregeling te veranderen.’

U ziet sommige kinderen uit moeilijke gezinnen later terug in een strafzaak. Wordt u daar niet cynisch of wanhopig van?

‘Het enige waar ik soms wanhopig van word, zijn de wachtlijsten in de jeugdzorg. Heb ik een kind en de ouders eindelijk zo ver dat ze achter een behandeling staan, moeten ze acht maanden op hun beurt wachten. Tegen die tijd zijn ze helemaal gedemotiveerd, doodzonde. Het is ook voorgekomen dat ik een straf had opgelegd die niet werd uitgevoerd, domweg omdat er geen plek was. Dat is frustrerend, maar het contact met de kinderen houdt mijn werk leuk. Helemaal als we echt een band op kunnen bouwen.’

Komt dat vaak voor?

Ja, vooral bij kinderen die in een gesloten instelling zitten. Ik ben vaak de enige volwassene die nog in ze gelooft: zeker als hun ouders het hebben opgegeven. Sommige ouders verschijnen niet eens op de zitting. Ik laat die kinderen regelmatig terugkomen om te horen hoe gaat. Soms gaan ze speciaal voor mij hun best doen en komen ze trots hun schoolrapport laten zien. Ik had pas een uitvoerige briefwisseling met een meisje dat uit huis geplaatst was. Ze wilde dolgraag terug naar haar ouders. Uiteindelijk heb ik daarin toegestemd. Later schreef ze hoe blij ze was dat er tenminste één iemand was geweest die naar haar had geluisterd. “Ik hoop u nog eens terug te zien in de rechtszaal”, schreef ze. “Maar dan als advocate”. Heel ontroerend.’

Krijgt u veel brieven van kinderen die u in een gesloten instelling hebt geplaatst?

‘Heel regelmatig. Voor een deel worden ze daartoe aangespoord door advocaten. Die vertellen dat het goed voor hun zaak is als ze de kinderrechter schrijven. Ik schrijf altijd terug. Een jongen die vast zat wegens inbraken, schreef me twee weken lang iedere dag een brief. ‘Mag ik naar huis, ik heb van mijn straf geleerd.’ Ik nodigde hem uit op een zitting en hij klonk heel overtuigend. Ik heb hem vrijgelaten, maar een week later kwam mijn collega vertellen dat hij was gepakt bij een inbraak. Ik voelde me echt bedonderd. Zo’n jongen pak ik natuurlijk stevig aan. Maar als hij over een jaar terugkomt en zijn leven echt wil beteren, zal ik hem misschien weer een kans geven.’

De tendens is toch dat kinderrechters steeds strenger straffen?

‘Als het gaat om ernstige vergrijpen als beroving of verkrachting wel. Dan moet je streng straffen, vooral om de maatschappij te beschermen. Ik geloof dat opsluiten zelden een oplossing is voor kinderen zelf. De eerste keer heeft het vaak wel effect, daarna niet meer. Straffen is zinvol om grenzen te stellen. Maar het is minstens zo belangrijk dat kinderen steeds weer een nieuwe kans krijgen. Die probeer ik te geven, zodra het maar enigszins mogelijk is.’

Zijn er ook ouders die zeggen: laat mijn kind maar zitten, daar is niets mee te beginnen?

‘Soms wel. Laatst zag ik in een civiele zaak een suïcidaal meisje dat totaal onhandelbaar was. Ze was van huis weggelopen, schold haar ouders uit en wilde niet meer naar school. Ze zat in een gesloten instelling. Daar hoorde ze niet thuis, maar niemand wist iets beters. De ouders durfden het niet aan om haar terug naar huis te halen en de gezinsvoogd zei ook: laat haar maar zitten. Ik heb hem, door een korte machtiging te geven, gedwongen om toch met een andere oplossing te komen. Uiteindelijk kon ze onder voorwaarden naar een begeleid kamerwoonproject. Als dit misgaat, word ik helemaal gek, dacht ik. Gelukkig heeft het goed uitgepakt, maar het had ook anders kunnen gaan. Dat risico moet je soms nemen, in het belang van het kind.’

Wat doet u als ouders hun kind weg proberen te houden van Justitie, als het de fout in is gegaan?

‘Ik zie helaas steeds meer ouders die ontkennen dat hun kind iets verkeerd heeft gedaan en instanties de schuld geven. Dat zijn ouders die op school verhaal willen halen als de leerkrachten problemen signaleren. Sommigen laten hun kind zelfs onderduiken als de hulpverleners aanbellen. Vaak hebben ontkennende ouders heel weinig op met de overheid. Ik probeer ze ervan te overtuigen om hulp te zoeken, maar dat zijn moeizame gesprekken. Als ze geen enkele hulp accepteren, probeer ik het kind uit de omgeving van de ouders te halen. Heel onbevredigend. Want ik weet: als dit kind weer thuis komt in dezelfde omgeving en zijn ouders roepen dat hij onterecht heeft vastgezeten, helpt zo’n maatregel ook niet altijd.’

Minister Teeven vindt dat kinderrechters strenger moeten straffen. Wat vindt u daarvan?

‘Ik denk regelmatig: had dit kind niet gewoon streng toegesproken moeten worden? Door voor iedere klap of baldadigheid Justitie in te schakelen worden zaken soms ernstiger gemaakt dan ze zijn. Natuurlijk mogen kinderen elkaar niet slaan, maar moet er altijd aangifte worden gedaan? De middelen van het strafrecht zijn heel beperkt, zeker als het gaat om betrekkelijk onschuldige zaken zoals een vechtpartijtje op het schoolplein. Ga maar na: het duurt lang voordat zo’n zaak voorkomt. Vaak is de ruzie dan allang weer bijgelegd. En een kind dat een ander een klap heeft gegeven, krijgt misschien een voorwaardelijke geldboete van pakweg 20 euro. Die hoef je alleen te betalen als je binnen twee jaar weer voor de rechter komt. Een paar dagen huisarrest, opgelegd door de ouders, is dan veel sneller en effectiever.’

Ditty Eimers

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken? Dat kan!

Waardeer je mijn journalistieke werk?

Doneer en help de onafhankelijke journalistiek.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken?

Dat kan! Door een bijdrage help je me om dit soort artikelen te blijven schrijven.

Contact