Hoe gaat het nu met mevrouw F.?

In 2014 liep ik vier weken mee met de afdeling fraude-opsporing van de Utrechtse sociale dienst. Nu een golf van verontwaardiging over de toeslagenaffaire door Nederland trekt, moet ik daar regelmatig aan terugdenken. Staat nu de bijstandsfraude voor de deur? En hoe is het nu met de Turkse mevrouw F.? F., gescheiden moeder van twee jonge kinderen, moest 37 duizend euro aan te veel ontvangen bijstand terugbetalen. Plus een boete van 37 duizend euro. Na een anonieme tip en wekenlang posten voor haar deur waren er sterke vermoedens dat ze nog steeds met haar ex-man zou samenwonen.

“Ik woon niet samen met ex”, zei ze met trillende stem, toen ze dat op het kantoor van de Sociale Dienst moest uitleggen. “Maar Nederlands slecht. Ik soms hulp nodig van hem. En kinderen vragen naar papa.” Niet overtuigend, vonden de opsporingsambtenaren haar verdediging.

En ja, ze vonden het ook wel triest dat mevrouw F. zo’n torenhoge boete boven het hoofd hing, waarvoor je in een strafzaak voor tonnen moet hebben gefraudeerd. “Maar wij moeten ons aan de regels houden. Dit is wat Den Haag heeft bedacht.”

Onder druk van PvdA-wethouder Hans Spekman werd het net in Utrecht nog ietsje strakker aangetrokken. Spekman informeerde iedere week hoeveel fraudeurs zijn ambtenaren hadden opgespoord. De strenge handhaving was in zijn ogen een cadeautje aan bijstandsgerechtigden die hun zaakjes wèl op orde hadden: zij moesten fier en rechtop over straat kunnen.

Toen al was uit onderzoek van het Ministerie van Sociale Zaken bekend, dat de meeste bijstandsgerechtigden de fout ingaan door onwetendheid. Ze vergeten hun toeslagen op te geven, of een klein erfenisje. Of ze gaan samenwonen en melden dat niet: uit slordigheid, onkunde of gemakzucht.

Mevrouw F. vertelde de Sociale Dienst, met behulp van haar tolk, dat ze altijd eerlijk was geweest. “De hulpverlener die mij helpt met mijn administratie en ook meegaat naar de Sociale Dienst, heb ik alles verteld. Ik wist niet dat ik mijn ex-man niet binnen mocht laten.”

Was mevrouw F. een fraudeur? Ze kon papieren laten zien, waaruit bleek dat ze een jaar met haar kinderen in een opvanghuis had gezeten, omdat ze door haar ex-man was mishandeld. Dat was niet voldoende. Als het gaat om bijstandsfraude is de bewijslast is omgekeerd. Als je niet onomstotelijk kunt bewijzen, dat je je aan alle regels hebt gehouden, word je als fraudeur aangemerkt.

“De strenge regels zijn gemaakt voor de kleine groep, die de boel willens en wetens oplicht”, zegt de Utrechtse advocaat Bernard van Leest. “Maar ze worden op iedereen toegepast.” Bij hem melden zich wekelijks bijstandsgerechtigden die in de problemen komen omdat ze niet goed op de hoogte zijn van de regels.

Hoe zou het nu met mevrouw F. gaan?

“Als u mijn uitkering afpakt, heb ik geen andere keus dan bij mijn agressieve ex-man terug te gaan”, vertelde mevrouw F. via haar tolk. Ze was doodsbang dat haar uitkering zou worden stopgezet. Pas later hoorde ze dat haar ook een vordering van 72 duizend euro werd opgelegd.

Lees hier het volledige artikel.

Waardeer je mijn journalistieke werk?

Doneer en help de onafhankelijke journalistiek.

Contact

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken?

Dat kan! Door een bijdrage help je me om dit soort artikelen te blijven schrijven.