Longarts Wanda de Kanter is een van de drijvende karachten achter de campagne Rookalarm, waarbij elf- en twaalfjarigen actie voeren tegen roken. ‘Pubers zijn het belangrijkste doelwit van de tabaksindustrie.’
In haar spreekkamer ziet ze dagelijks de verwoestende gevolgen van roken. Maar Wanda de Kanter weet ook hoe verslavend sigaretten zijn. Zelf stak ze de eerste op toen ze net dertien was en op een internaat zat. ‘Stiekem paffen met oudere jongens, zo diep mogelijk inhaleren. Als je werd betrapt, moest je zware shag roken tot je ging overgeven.’
Ze stopte toen ze zwanger was van haar dochter, en begon weer na de borstvoeding. Bij de volgende zwangerschap ging het net zo: stoppen en weer beginnen. ‘Een of twee sigaretten met een biertje, ’s avonds laat op mijn werkkamer. Heerlijk!’
Natuurlijk vond ze dat het niet kon, een rokende longarts. En ze was als de dood dat haar kinderen het zouden merken. ‘Daarom deed ik het stiekem.’ Totdat haar veertienjarige dochter haar op een nacht betrapte. Ze was woedend. ‘Jij wilt dus eerder dood. Je zegt eigenlijk dat je niet langer mijn moeder wilt zijn!’
Ze stopte pas definitief toen ze een paar maanden later met een paar families in het buitenland rond een kampvuur zaten. ‘Mijn liefste wens is dat mijn moeder stopt met roken’, vertelde haar dochter. De Kanter vond het zo erg, dat ze moest huilen. Dat ziet ze ook vaak bij haar patiënten in het ziekenhuis. Zodra ze voorzichtig met hen over stoppen begint, springen de tranen in hun ogen. ‘Omdat ze zich verschrikkelijk schamen. Maar ook om wat ze vrezen te verliezen: hun maatje, hun ingeslikte psycholoog, hun pleziertje. Allemaal vals, maar het lijkt heel echt. Roken is een zeer emotionele verslaving. En hoe eerder je bent begonnen, hoe dieper het erin hakt.’
Is dat de reden dat u zich de laatste tijd zo nadrukkelijk op kinderen richt? Uw stichting Rookalarm stuurt kinderen van 12 met een draaiende camera naar supermarkten, met de vraag waarom ze niet stoppen met de verkoop van tabak.
’85 procent van mijn patiënten gaat dood. De benauwdheid, de pijn, de angst, dat is zo vreselijk. Ik probeer ze te helpen, hun lijden te verlichten. En ik span me samen met vriendin en collega Pauline Dekker al jarenlang in om het aantal rokers omlaag te brengen, met boeken, rookstoppoli’s, lezingen voor duizenden artsen en verpleegkundigen. Maar op een gegeven moment dacht ik: dit is waanzin, als er steeds zoveel jonge, nieuwe rokers bijkomen. Vorig jaar is het aantal rokers zelfs weer gestegen. Die epidemie moet gewoon stoppen. ’
Denkt u dat kinderen niet aan roken zullen beginnen door die filmpjes?
Zo naïef ben ik niet. Alle kinderen in groep 7 en 8 vinden roken vies, ze weten heel goed dat je er ziek van wordt en dood aan kunt gaan. Op die leeftijd weten ze zeker dat ze nooit willen roken. Maar als je ze twee jaar later ziet, is daar weinig van over. Dan is roken stoer en lekker, iets waardoor je erbij hoort. Met onze campagne richten we ons niet op kinderen, maar op hun ouders. ‘Waarom verkoopt u sigaretten? Wij komen daardoor toch ook in de verleiding?’, zeggen kinderen van Rookalarm tegen de baas van de supermarkt. Aan fabrikanten vragen ze: ‘Kunt u geen vieze smaken in sigaretten stoppen in plaats van dropsmaakjes? Hun verbazing en verontwaardiging zijn authentiek. We hopen dat ouders daardoor ook verontwaardigd worden. Dat ze gaan denken: het is toch van de gekke dat op elke hoek van de straat voor een paar euro sigaretten te koop zijn?’
Maar niemand dringt kinderen toch sigaretten op?
‘Zestig procent van de kinderen van 8,9, jaar kan al merken als Marlboro en Camel opnoemen, blijkt uit onderzoek dat Rookalarm heeft gedaan. Telkens als ze in de supermarkt komen, zien ze die enorme reclamemuur van mooie pakjes. Tabakswaar in de supermarkt draagt bij aan het beeld dat roken iets normaals is. Uit onderzoek blijkt dat het zien van sigaretten de kans verhoogt dat kinderen beginnen met roken. Het zijn niet alleen supermarkten. Bij verkooppunten staan grote afbeeldingen met raceauto’s met het logo van Marlboro erop. Bij andere krijgen kinderen in ruil voor hun e-mailadres een aansteker of een ander cadeautje. Dat weten we omdat we dat horen van kinderen. Roken wordt nog steeds neergezet als stoer en avontuurlijk en de hele marketing van sigaretten is er op gericht om kinderen aan het roken te krijgen. Replacement smokers worden ze door de sigarettenindustrie genoemd. Van de bijna vier miljoen rokers die Nederland telt, sterft een kwart voor zijn 65e en tweederde van alle rokers sterft door het roken. Voor elke dode moet weer een kind aan het roken worden gebracht. Ook de moderne sigaret is ontworpen om kinderen verslaafd te maken.’
Wat bedoelt u?
‘Honderd jaar geleden kon je tabak niet inhaleren, daar ging je vreselijk van hoesten.
Inhaleren zorgt ervoor dat de nicotine binnen zeven seconden door je hersens wordt opgenomen. Juist die extreem snelle opname maakt roken zo verslavend. Eerst werd de tabak geroosterd, daarna werden hoestdempers toegevoegd. In de moderne sigaret zitten ook honing, suiker, drop en allerlei andere zoet- en smaakstoffen. Allemaal om het inhaleren makkelijker te maken. Terwijl allang duidelijk is dat verbrande suiker zeer kankerverwekkend is.’
Hoe snel raakt een kind verslaafd aan tabak?
‘De eerste sigaret vinden ze allemaal vies, maar dat is meestal snel over. Dat komt omdat nicotine in het begin allerlei prettige gevoelens geeft: het werkt ontspannend en activerend. Na een paar weken zijn die effecten al verdwenen, maar de herinnering eraan niet. Om die reden roken ze door, en begint het hunkeren naar een sigaret. Een kind dat op zijn 12e of 13e in een maand één pakje heeft opgerookt, heeft al een grotere kans om verslaafd te raken. Zelfs als het direct daarna stopt, is dat effect pas na vijf jaar verdwenen. Ook de waterpijp, die nu zo populair is onder jongeren, werkt tabaksverslaving in de hand. Het ziet er gezellig uit en veel ouders denken dat het geen kwaad kan, maar het is gewoon tabak en de schadelijke stoffen blijven niet in het water hangen. Een paar keer meedoen met een waterpijp maakt de overstap naar sigaretten heel gemakkelijk.’
En de shisha-pen, de nepsigaret met een lampje? Volgens de fabrikant is die volstrekt onschuldig.
‘Shisha-pennen bevatten geen nicotine of andere schadelijke stoffen. Maar ze zijn duidelijk niet voor volwassenen gemaakt, met die zoete smaakjes en kekke lampjes in paars, geel en oranje. Daar leer je van inhaleren Ik heb er pas eentje gekocht en was bijna weer gaan roken.’
Hoe eerder je begint, hoe moeilijker je ervan afkomt. Hoe komt dat?
‘Omdat het brein van pubers nog niet is uitgerijpt, is zelfbeheersing moeilijker voor hen: ze kunnen minder goed nee zeggen tegen dingen die slecht zijn. Ook wordt het beloningsgebied in hun hersenen door nicotine sterker geactiveerd dan dat van volwassenen. Daardoor zijn ze gevoeliger voor tabaksverslaving. In hun hersens ontstaan allerlei ankertjes die gekoppeld worden aan het roken van sigaretten: een gevoel van geborgenheid, lol maken, stoer doen. Hoe jonger ze beginnen met roken, hoe meer van die koppelingen in hun hersens worden aangemaakt. Daarom is het voor rokers voor hun zestiende zijn begonnen, veel moeilijker om te stoppen dan voor iemand die pas met twintig begon.’
Moeten ouders het goede voorbeeld geven?
‘Ja, zelf niet roken is een van de belangrijkste dingen. Want zien roken doet roken: kinderen van rokende ouders gaan vaker roken dan van niet-rokende ouders. Als je het echt niet kan laten, doe het dan desnoods stiekem, als de kinderen er niet bij zijn. Ook als je een van die uitzonderingen bent, die in staat is af en toe een sigaret te roken. Anders denken je kinderen, dat je veilig één sigaret kan roken en gaan ze dat ook doen: zo verslavend zal het toch niet zijn?’
Maar roken is toch ook deels erfelijk bepaald?
‘Dat is een wijdverbreide misvatting. Alleen hoeveel je rookt per dag en hoe makkelijk je ermee kunt stoppen, is voor een deel erfelijk bepaald. Maar beginnen met roken wordt door de omgeving bepaald. Voor een groot deel is het gewoon na-aperij.’
Een beloning in het vooruitzicht stellen als ze tot hun 18e niet roken, helpt dat ook?
‘Als je zeker weet dat je kind nog niet rookt, vind ik dat een goed idee. Maar bij een kind dat al verslaafd is, is het waarschijnlijk minder effectief. Mijn ouders beloofden ook geld, maar toen rookte ik al lang stiekem. Dat durfde ik niet op te biechten, dus ik heb die beloning ook geïncasseerd. Ik voelde me vreselijk schuldig.’
Wat zou u ouders adviseren, als ze ontdekken dat hun kind al een tijdje rookt?
‘Als een kind al verslaafd is, heeft verbieden niet zoveel zin meer. Je hebt kans dat ze hun kont tegen de krib gooien en nog meer gaan roken. Beter is om je zoon of dochter echt als verslaafde te behandelen. Voer motiverende gesprekken: waarom rook je, wat geeft het je? En wat raak je kwijt als je ermee stopt? Leg uit hoe tabaksverslaving werkt, geef ze zelfvertrouwen zodat ze de groepsdruk beter kunnen weerstaan. En focus op stank en geld: wie wil er zoenen met een asbak? Hoeveel geld ben je wel niet kwijt aan sigaretten? Dat spreekt jongeren meer aan dan stoppen voor de gezondheid. Vijftig vinden ze gruwelijk oud. Wat maakt het uit als ik dan een beetje loop te puffen of een kop met rimpels heb, denken ze.’
Sinds 1 januari 2014 mogen sigaretten alleen nog aan jongeren van 18 jaar en ouder worden verkocht. Wat verwacht u van die maatregel?
‘Dat is vooral goed nieuws voor de tabaksindustrie. Die kan naar buiten goede sier maken met steun aan de leeftijdsverhoging, terwijl ze weet dat die nauwelijks gehandhaafd kan worden. Want hoe controleer je zestigduizend verkooppunten van tabak met amper veertig controleurs? Maak het roken liever twee keer zo duur, verban sigaretten uit de supermarkt en verbied roken op het schoolplein. Dan halveert het aantal beginners, maakt onderzoek in andere landen duidelijk. Ouders zouden niet meer moeten accepteren dat hun kinderen ziekmakend gedrag wordt aangeleerd. Ik zou willen dat ze zich daar net zo over opwonden als over comazuipen. Als je bedenkt dat vier miljoen mensen roken, dat de meesten voor hun zestiende begonnen en dat meer dan de helft van de rokers doodgaat door het roken… Nou ja, dan kun je toch niet anders dan razend worden? Ik begrijp wel dat ouders zich er niet zo druk om maken, want doodgaan aan roken is een ver van mijn bed show. Maar in het ziekenhuis komen al vaders van 38, 39 jaar met longkanker en jonge moeders met beroertes. Als je dagelijks al die ellende ziet, wil je gewoon niet dat de schattige kindertjes van nu straks in dezelfde shit terechtkomen.’
Wanda de Kanter (54) is longarts in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam. Samen met longarts Pauline Dekker richtte ze de stichting Rookpreventie Jeugd op, die pleit voor vergaande maatregelen om kinderen tegen tabaksverslaving te beschermen.
Rookalarm is een initiatief van de stichting Rookpreventie Jeugd. Kinderen van groep 8 voeren actie om te zorgen dat zo weinig mogelijk jongeren beginnen met roken.