Zelfmoord

Bang om te praten

Wie is de volgende, vroeg iedereen zich af na twee zelfdodingen in drie maanden in Lutjebroek. De zelfdodingen onder jongeren hebben West-Friesland diep geraakt. Langzamerhand lijkt de verlamming om te slaan in actie. ‘We mogen niet meer zwijgen.

Op een kraakheldere, zonovergoten dag in februari oogt Lutjebroek, oer-Hollands lintdorp omgeven door sloten en akkers, haast verstild. Maar wie denkt dat dit een idyllisch dorpje is, waar de tijd heeft stil gestaan, komt bedrogen uit. Op de begraafplaatsen van Lutjebroek en omgeving liggen de stoffelijke resten van zes jongeren die zich de afgelopen drie jaar van het leven beroofden, zeggen de dorpsbewoners. Twee 16-jarige jongens belandden in het ziekenhuis na een mislukte suïcidepoging. Een ander reed met dodelijke afloop tegen een boom, zonder dat remsporen werden gevonden. De slachtoffers waren hardwerkende jongens uit normale gezinnen. Jongens met een grote vriendengroep waarmee ze ieder weekend lol maakten.

Neem de vriend van Jeroen en Ger, Lutjebroekers van 20 en 19 jaar. Afgelopen september zou hij beginnen met een hbo studie. ‘Een leuke gast, een gewone jongen, net als wij’, vertellen ze. In het houten clubhonk dat ze zelf hebben gebouwd achter het ouderlijk huis van Jeroen, hangt een foto van hem. Ger: ‘Hij kwam hier iedere dag. Voor ons betekende hij alles.’

Op een maandag in augustus sprong hij voor de trein.  Jeroen: ‘De dag ervoor hadden we zijn verjaardag gevierd, een prachtig mooi feest.’ Die zondagnacht kregen ze een sms’je van hem. Jeroen: ‘Dat hij cocaïne had gebruikt en er klaar mee was. Ik denk dat hij klem zat, dat hij zich rot heeft geschaamd. Hij wist dat wij fel tegen drugs zijn.’

De jongens sloegen meteen alarm. Te laat. Ger: ‘Dat krijg je nooit meer uit je hoofd.’

Waarom? Die vraag waarom houdt hen nog steeds bezig. Hij was géén junk,  zeggen ze nadrukkelijk. ‘Meer iemand die soms bezweek voor de verleiding.’ Ger: ‘Ik denk dat het door de coke kwam, dat hij die stap durfde te zetten. Maar er moet meer geweest zijn.’ Jeroen: ‘Hij zei vaak: er is iets met mij, maar ik kan het niet vertellen. Soms was hij plotseling heel somber. We hebben wel eens gepraat, maar we hebben nooit echt tot hem door kunnen dringen.’

Ger: ‘Wij Westfriezen praten niet makkelijk over gevoelens. Zeker niet met vrienden. Je wilt geen loser zijn. De enkele keer dat iemand vertelde waar hij mee zat, was het: “Klote voor je, man. Succes ermee.”

Besmettingsgevaar

Na de dood van zijn vriend gebeurde er iets met Jeroen dat hij moeilijk onder woorden kan brengen. ‘Een onbestemd rotgevoel. Ik ben gek op mijn werk als timmerman, maar ineens vond ik er niets meer aan. Nergens aan, eigenlijk. Zoek het maar uit allemaal, dacht ik. Ik ging mezelf met hem vergelijken: wat is nog de moeite waard om voor te leven? Niet dat ik er uit wilde stappen, maar ik moest steeds aan de dood denken.’

Niek Kuijper, preventiewerker bij GGZ West-Friesland, hoort dat van veel meer jongeren in Lutjebroek en omgeving. ‘Ze zeggen bijvoorbeeld: ik wil niet dood, maar ik ben zo bang dat ik het doe.’ Kuijper is een van de drijvende krachten achter een actieplan dat de golf zelfdodingen moet stoppen. Negen Westfriese gemeenten, GGD, ggz, Brijder Verslavingszorg en het Westfries Gasthuis werken daarbij samen. ‘Het is hier haast normaal geworden om met suïcidale uitspraken te reageren op problemen’, zegt hij. ‘Zelfs op alledaagse problemen.’ Hij vertelt over een jongen van achttien die zijn afscheidsbrief al had geschreven. ‘Hij werkte in de tuinbouw, maar wilde dolgraag iets met kinderen doen. Daar had hij nooit over durven praten, hij was compleet vastgelopen.’

Zeldodingen in de omgeving kunnen anderen op het idee brengen om hetzelfde te doen, blijkt uit onderzoek. In de literatuur wordt dat besmettingsgevaar genoemd.. Kuijper: ‘Dat gevaar bestaat hier ook. Iedereen hier kent de voorbeelden van zelfdoding van dichtbij: vrienden, kroegmaten, jongens van de voetbalclub.’ Gisteren sprak hij een jongen die in drie jaar vier vrienden heeft verloren. ‘De dood wordt een optie, lijkt het.’

Weinig woorden voor emoties

Hoe reëel dat besmettingsgevaar is, bleek toen afgelopen oktober, nog geen drie maanden na de dood van de vriend van Jeroen en Ger, opnieuw een Lutjebroeker een eind aan zijn leven maakte. Ger: ‘Het verdriet was nog zo vers. Heel Lutjebroek was lam van angst. De gesprekken gingen alleen nog over: wie is de volgende?’

Ook bij Niek Kuijper kwam het bericht als een mokerslag aan. ‘Uit onderzoek weten we dat één op de zes jongeren weleens aan zelfdoding denkt. De rauwe realiteit is dat ze hier een stap verder gaan.’

Al zeker 150 jaar komt zelfdoding in West-Friesland vaker voor dan gemiddeld, zegt Ad Kerkhof, hoogleraar suïcidepreventie. Of het hoge aantal zelfdodingen cultureel of erfelijk bepaald is, weet hij niet. Hij vermoedt wel dat het te maken heeft met de Westfriese mentaliteit: hard werken, leve de lol, niet over problemen praten. ‘Dat is geen onverschilligheid. In dorpen als Lutjebroek zijn mensen juist heel betrokken bij elkaar, maar ze hebben weinig woorden voor emoties en gevoelens. Alsof ze een blinde vlek hebben voor psychisch leed.’

Westfriezen staan bekend als zorgmijders. Zeker als het gaat om psychische problemen. Kerkhof: ‘De geestelijke gezondheidszorg is iets voor gekken met een onderbroek op hun kop. Als mensen al hulp zoeken, gaan ze eerder naar een paragnost dan naar de ggz. Dat heeft de ggz ook aan zichzelf te danken. Ze hebben zich jarenlang nauwelijks vertoond.’

‘Direct er op af’, raadde Kerkhof Kuijper aan, toen die hem na de laatste zelfdoding belde. Met lood in de schoenen toog Kuijper naar dorpscafé De Paus, waar zo’n 150 Lutjebroekers verslagen bij elkaar zaten. Jaag ik de problemen niet aan, als ik me er op stort, vroeg hij zich af. ‘Er is nauwelijks ervaring met dit soort rampen. Laat staan dat er een Abc’tje ligt voor hulpverleners.’

Ze zullen wel aan de drugs hebben gezeten, zeiden dorpsbewoners. Of misschien waren ze homo. Niemand gaat dood omdat hij drugs gebruikt of homo is, hield Kuijper hen voor. Deze jongens zijn dood omdat ze lange tijd problemen hadden, die zo groot werden, dat ze er niet meer mee kon leven. Kuijper: ‘Ik heb mijn e-mail en mijn 06-nummer achtergelaten en gezegd: vertel mij hoe ik kan helpen? Het is onverteerbaar om te wachten op de volgende. ‘

Stoere kerels met faalangst

Kuijper had het niet durven hopen, maar sindsdien wordt hij vrijwel dagelijks gebeld of gemaild. Door de wethouder, door ouders die zich zorgen maken. Door jongeren die in de put zitten. Sommigen bellen ‘s avonds uit de kroeg, onder aanmoediging van hun maten. Iedereen die zich meldt, krijgt diezelfde week een gesprek. Kuijper: ‘Rampenbestrijding vraagt om actie. Denken in kantooruren is onzin.’

De meesten hebben voldoende aan een of twee gesprekken, sommigen worden geïndiceerd voor behandeling. ‘Dat zijn niet per se de jongeren over wie iedereen zich zorgen maakt’, zegt Kuijper.

Bij al die stoere kerels ziet hij onzekerheid en faalangst. ‘Het opleidingsniveau is gemiddeld, maar ze hebben weinig bagage om problemen te benoemen en alternatieven te bedenken. Ze hebben nooit gepraat, noch over hun zorgen, noch over hun dromen. Daardoor stapelen problemen zich op.’

Dat er ook een verband is met overmatig drankgebruik is voor Kerkhof en Kuijper overduidelijk. 43 procent van de Westfriese jongeren drinkt overmatig veel. De leeftijd waarop ze beginnen met alcohol is verschoven van veertien naar twaalf jaar. Kerkhof: ‘Suïcidaal gedrag en overmatig drinken zijn twee kanten van dezelfde medaille. Drank versuft het bewustzijn en dempt emoties. Het heeft dezelfde functie als suïcidaal gedrag: het piekeren stopt; rust in je kop.’

Wennen aan een biertje

‘Op vrijdagmiddag gaat hier een knop om’, zegt burgemeester Henk Eggermont van Stedebroec, de gemeente waar Lutjebroek onder valt. ‘Iedereen gaat los, tot en met zondag. Indrinken in zuipschuurtjes achter het huis, daarna verder in de kroeg. Wie niet zuipt, hoort er niet bij. Op maandagochtend zes uur zijn ze weer present op het bollenveld of tussen de bloemkolen.’

Om het drinken vol te houden, wordt nogal eens lijntje coke gesnoven. ‘Eén belletje is voldoende om aan drugs te komen, vertellen jongeren mij’, zegt Lida Slagter (22). Ze is lid van het Comité Lutjebroek Vooruit, het dorpscomité dat sinds een half jaar de strijd aanbindt tegen drugsgebruik. Ook Jeroen en Ger sloten zich aan. De zelfdoding van hun vriend was de directe aanleiding. Slagter is ervan overtuigd dat een aantal zelfdodingen te maken heeft met cocaïne. ‘Je durft meer, je grenzen verdwijnen.’

Het comité organiseert voorlichtingsbijeenkomsten, gaat kroegen af en is vraagbaak voor jongeren en ouders. Slagter: ‘We veroordelen niemand. Het is meer: “vind je dat je lekker bezig bent?” Zonodig verwijzen ze door naar verslavingszorg of ggz. Of alcohol ook een rol speelt? ‘Ik denk niet dat alcohol een probleem is’, zegt Slagter. ‘Iedereen drinkt. Het is ook onbegonnen werk om daar iets aan te doen.’

Zo denkt vrijwel iedereen in West-Friesland erover, zegt Eggermont. ‘Ouders van kinderen van elf, twaalf zeggen doodleuk: “Ik geef ze een biertje, dan kunnen ze vast wennen”.’ Het terugdringen van het drankgebruik staat bovenaan zijn prioriteitenlijst. ‘De ellende begint met drank.’ Vorig jaar, na de vijfde suïcide in de regio, was voor Eggermont de maat vol. ‘Opnieuw werd ik geconfronteerd met de verwoesting die een zelfdoding in een familie aanricht. We mogen niet langer zwijgen, vond ik.’ In een vlammende nieuwjaarstoespraak vroeg hij aandacht voor de problemen. Die beperken zich niet tot Stedebroec, zegt hij. ‘Ook in omliggende gemeentes is suïcidaal gedrag en wordt er verschrikkelijk veel gezopen en gesnoven.’

Deltaplan

Lang niet iedereen was blij met zijn onverbloemde taal, maar de zaak kwam wel in beweging. Samen met negen Westfriese gemeenten bereikte hij een akkoord over een deltaplan om drank- en drugsgebruik terug te dringen. Leerlingen van alle lagere en middelbare scholen krijgen voorlichting over de gevaren. Ouders worden aangesproken op comadrinken en zuipschuren. Met sportverenigingen, supermarkten en kroegen worden afspraken gemaakt om drankverstrekking aan jongeren onder de zestien uit te sluiten. Sluitingstijden van kroegen worden vervroegd, kermisborrels beperkt en op straat mag niet meer gedronken worden. De controle op drugs wordt verscherpt. 1500 sleutelfiguren in de dorpen krijgen een training om psychische problemen te herkennen. ‘Dit gaat een generatie duren en het wordt niet leuk’, zegt Eggermont strijdlustig. Winstpunt is dat de Westfriese ggz, GGD en Brijder eindelijk samenwerken. Eggermont: ‘Voorheen vielen jongeren tussen wal en schip. Kwam er een verslaafde jongen bij de ggz, dan zeiden ze: “Hij moet eerst afkicken, voordat we hem kunnen helpen”.’

Over de vervroegde sluitingstijden wordt flink gemord, maar hij ziet ook tekenen van een omslag: ‘Laatst meldde de voetbalclub zich: wat kunnen wij doen? Ze hebben drie  jongens verloren. De hele raadzaal zat vol met trainers die jongeren aan willen spreken op drank- en drugsgebruik. Mensen beginnen ook te melden wie de drugsdealers zijn. Dat was tot voor kort taboe.’

Angst

‘Hoe triest het ook is: soms heb je een ramp nodig om iets te veranderen’, zegt Kuijper. Tot zijn verrassing wordt hij steeds vaker uitgenodigd door complete vriendengroepen. Sommige zijn direct getroffen door een zelfdoding. Andere hebben via mond tot mondreclame gehoord hoe opluchtend een groepsgesprek met Kuijper aan de keukentafel kan zijn. Zo’n groepsgesprek is geen therapie, benadrukt hij. ‘Meer een goed gesprek over wat iedereen bezighoudt.’

Volgens Kuijpers vormen juist de vriendengroepen een voedingsbodem voor suïcidaal gedrag. Jong en oud in West-Friesland brengt de vrije tijd door met een vaste schare vrienden van vijftien, twintig man. Kuijper: ‘Je kiest die vrienden niet omdat je er echt wat mee heb, maar omdat je in hetzelfde dorp woont en even oud bent. In zo’n groep is het heel moeilijk om intieme contacten aan te gaan.’ Binnen de groepen heerst een sterke groepsnorm. ‘Angst is een basisgevoel. Angst om er buiten te vallen, om uitgestoten te worden.’

Soms wordt hij vooraf gewaarschuwd: je krijgt nu toch een stel stugge types! Kuijper: ‘Er speelt zo veel. Vrijwel altijd komen de verhalen als vanzelf los. “Dit doen we normaal nooit”, zeggen ze dan.’

Ook de vriendengroep van Jeroen en Ger nodigde Kuijpers uit voor een gesprek.

Jeroen: ‘ Ik heb over dat rotgevoel verteld. Twee anderen bleken het ook te hebben gehad. Ik was zo blij dat ik het kwijt kon. Sindsdien praten we ook over serieuze dingen.’

Ger: ‘Als Jeroen zoiets vóór de dood van onze vriend had voorgesteld, had ik gezegd: wat is dat voor gelul, we gaan een filmpje kijken. Nu gingen we tot het diepste met elkaar. In één keer weet hoe je vrienden er voor staan, hoe je elkaar kan helpen. Vrienden staan in de top 2 van belangrijkste dingen in je leven. Het versterkt de band als je niet alleen leuke dingen deelt, maar ook je problemen.’

‘Het is zo onwijs mooi wat hier gebeurt’, zegt Kuijper. Hij wil niet te vroeg juichen. ‘Blijft het urgent genoeg? Gaan we er in slagen ook op andere plekken in de regio meer aandacht te krijgen voor geestelijke gezondheid? We moeten de boer op, ons gezicht vertonen en verantwoordelijkheid nemen. Dat is de enige manier om te laten zien dat psychische problemen niet zo abstract zijn als veel mensen denken.’


VROEGE SIGNALEN

Suïcidedeskundige Ad Kerkhof van de VU Amsterdam doet in samenwerking met GGZ West-Friesland onderzoek naar de achtergrond van slachtoffers van suïcide in West-Friesland. Doel is oorzaken te achterhalen en kennis te vergaren over signalen vooraf. Familie, vrienden en anderen die een belangrijke rol spelen in het leven van de slachtoffers worden geïnterviewd. ‘Nabestaanden zeggen vaak dat ze volkomen verrast zijn door een zelfdoding’, zegt Kerkhof. ‘Maar uit onze reconstructies blijkt dat bijna iedereen vooraf signalen heeft afgegeven. Somberheid, praten over de dood, overmatig drinken.’ Die signalen kunnen ook tekenen zijn van iets anders, bijvoorbeeld van een depressie. Kerkhof: ‘Het is niet de bedoeling om mensen een schuldgevoel aan te praten. Je kunt signalen proberen te herkennen, dat wil niet zeggen dat je suïcidaal gedrag kunt voorspellen. Soms zijn de signalen erg onduidelijk of zie je ze pas achteraf.’ GGZ West-Friesland gaat ook onderzoeken welke rol  vriendengroepen spelen.

Ditty Eimers

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken? Dat kan!

Waardeer je mijn journalistieke werk?

Doneer en help de onafhankelijke journalistiek.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken?

Dat kan! Door een bijdrage help je me om dit soort artikelen te blijven schrijven.

Contact