Promotie-onderzoek

Behandel verslaving en trauma tegelijkertijd

Een op de drie verslaafden heeft een posttraumatische stressstoornis (PTTS), blijkt uit recent promotieonderzoek van psycho-traumatoloog Nele Gielen. ‘Pak niet alleen de verslaving aan, maar ook het trauma dat erachter schuilgaat’, stelt zij. Op de afdeling Trauma en Verslaving van ggz-instelling Mondriaan in Heerlen brengt ze die opvatting al zes jaar in praktijk.  Jean en Rinie, slachtoffers van seksueel misbruik en een roofoverval, vertellen hoe hen dat helpt.

Verband tussen trauma’s en verslaving

Jean (55) had dertig jaar een ernstige alcoholverslaving. Zodra hij thuiskwam van zijn werk als dakdekker, maakte hij de eerste fles bier open. Daarna volgden er nog negentien – avond in, avond uit. Zeven jaar geleden werd hij ziek: hij kreeg zware hoofdpijn en epilepsieaanvallen. Hij werd afgekeurd, zat de hele dag thuis. ‘Toen mijn werk wegviel, kwamen de angsten al ’s ochtends’, vertelt hij. Hij ging meer drinken. Halverwege de dag was hij meestal zo bedwelmd dat hij in slaap viel. ‘Als ik dan sliep – vaak zestien uur achtereen – kreeg ik tenminste geen nachtmerries.’

Misbruik door pater

Zes keer was Jean al opgenomen in een psychiatrische instelling of een verslavingskliniek. Soms lukte het om de alcohol een paar weken te laten staan. Steeds viel hij terug. ‘Elke keer als ik een stukje uit de put was geklauterd, donderde ik weer keihard naar beneden.’ Aan niemand had Jean ooit verteld dat hij tussen zijn twaalfde en zijn zeventiende seksueel was misbruikt door een pater. Tijdens zijn opnames was hem ook nooit gevraagd of hij traumatische gebeurtenissen had meegemaakt. Totdat hij in 2011 op de afdeling Trauma en Verslaving terechtkwam van ggz-instelling Mondiaan in Heerlen.

Te kwetsbaar

Jean is geen uitzondering, vertelt Nele Gielen. Uit haar promotieonderzoek blijkt dat een op de drie mensen die in behandeling zijn voor verslaving, last heeft van een posttraumatische stressstoornis. Ze werkte al negen jaar in de verslavingszorg toen ze aan haar onderzoek begon, waarop ze in april 2016 promoveerde. ‘Ik kwam steeds patiënten tegen die heftige dingen hadden meegemaakt. Dat kreeg weinig aandacht in de behandeling.’  Hulpverleners zagen wel dat veel verslaafden leden onder trauma’s en dat hun verslaving daar mee te maken had. Maar er werd meestal bewust voor gekozen om niet aan die trauma’s te werken. ‘Deze mensen zijn te kwetsbaar’, hoorde ze vaak. ‘Als je hun verleden oprakelt, worden ze nog instabieler en vallen ze weer terug in hun verslaving.’ Of: ‘Traumabehandeling heeft pas zin als patiënten minstens een half jaar geen middelen hebben gebruikt.’

Herbelevingen

Uit het promotieonderzoek van Gielen blijkt juist dat verslaafde mensen met PTTS baat hebben bij traumabehandeling tijdens de verslavingsbehandeling. Gielen: ‘Ze hebben vaak veel last van herbelevingen en nachtmerries. En nog meer dan “gewone” verslaafden proberen ze heftige emoties te vermijden. Middelengebruik is hun enige strategie om te voorkomen dat de stress toeneemt: ik drink en de pijn gaat weg.’ Daarom vallen ze snel terug als er geen aandacht wordt besteed aan hun traumatische verleden. Gielen: ‘Zonder middelengebruik kunnen ze de spanning vaak niet verdragen.’

Verslavings- en traumabehandeling als één geheel

Bij Mondriaan wordt iedereen die zich aanmeldt voor een verslavingsbehandeling gescreend op mogelijke traumatische ervaringen en PTTS-symptomen. ‘Daar is een simpele, gevalideerde vragenlijst voor, die bestaat uit slechts vier vragen’, vertelt Gielen. Blijkt na verder onderzoek dat er inderdaad sprake is van een posttraumatische stressstoornis, dan wordt de patiënt doorverwezen naar de speciale afdeling Trauma en Verslaving.

Gielen zou graag zien dat deze vragenlijst door iedere verslavingsinstelling wordt afgenomen. Ook huisartsen zouden er gebruik van moeten maken. ‘Zo kom je er snel achter wie een intensievere behandeling nodig heeft dan de standaardbehandeling in een verslavingsinstelling.’

Traumatherapeut

Steeds meer verslavingsklinieken doen ‘iets’ met traumabehandeling. Sinds in 2012 de Richtlijn angst en verslaving is aangenomen, wordt dat ook verwacht. Maar er zijn nog weinig verslavingsinstellingen die verslavings- en traumabehandeling als onderdeel van één geheel zien. ‘Meestal komt het erop neer dat er een traumatherapeut in dienst wordt genomen’, zegt Gielen. ‘Die opereert vaak los van het verslavingsteam.’

Wennen

Op de afdeling Trauma en Verslaving van de Mondriaankliniek werken verslavingshulpverleners, creatieve en psychomotorische therapeuten nauw samen met psychotraumatologen. De behandeling begint met uitgebreide uitleg over het verband tussen trauma en verslaving. Welke symptomen en klachten horen daarbij? Gielen: ‘Zo kunnen de patiënten aan ons wennen. Ze moeten eerst veiligheid voelen, voordat de traumabehandeling kan beginnen.’

Roofoverval

‘Het is zwaar om aan twee problemen tegelijk te werken’, vertelt Rinie (52). Op haar 26ste werden zij en haar toenmalige echtgenoot slachtoffer van een gewelddadige roofoverval op hun taxibedrijf. Wat er gebeurde tijdens de lange nacht waarin ze onder schot werd gehouden door de overvallers, wil ze niet vertellen. ‘Het was zo angstaanjagend dat ik mijn gevoel uitschakelde om het te overleven.’ Daarna wist ze niet meer hoe ze de knop weer om moest zetten. Ze werd een ’24 uurs-drinker’: ‘Zelfs als ik ’s nachts wakker werd, greep ik naar drank. Ik wilde niets meer voelen.’ Vrienden noemden haar een ijskoningin. ‘Ogenschijnlijk had ik nergens problemen mee. Ik werkte keihard en praatte er met niemand over.’

Relatie

Toen Rinie na jarenlang drankmisbruik bij de Mondriaankliniek terechtkwam, was ze suïcidaal en beet ze in haar polsen als de stress haar te veel werd. In winkels viel ze flauw als ze mannen zag die de angst van die afschuwelijke nacht weer opriepen. Het duurde een jaar voordat ze iets durfde los te laten over wat er was gebeurd. ‘Ik praatte vooral over mijn turbulente relatie. Ik vond het te eng om het verleden op te rakelen.

Niet meteen de trauma’s te lijf

‘Je moet niet direct beginnen met traumabehandeling’, zegt Gielen. ‘Dat roept zulke heftige emoties op, dat mensen juist meer gaan gebruiken.’ Eerst werkt ze maandenlang met patiënten aan het opbouwen van een vertrouwensband en het anders omgaan met stress, als opmaat naar de daadwerkelijke traumabehandeling. In plaats van zichzelf te bijten of te drinken om spanningen te verminderen, kon ze zichzelf ook verzorgen, leerde Rinie.

Een lekker zalfje op haar polsen smeren, zich laten masseren, rustgevende muziek draaien. Ook ontdekte ze dat ze haar opgekropte boosheid kon uiten door met pastelkrijt te werken. ‘Kleien lukte niet, mijn vernietigingsdrang was zo groot dat ik de klei kapot maakte.’ Eerst maakte ze lichte tekeningen, daarna kwamen de donkere: van een berg met een kolkende massa onderin, die naar buiten wilde. ‘Via mijn handen kon ik wél uiten hoe ik me voelde.’

Bankje bij kapel

Jean kreeg woede-uitbarstingen als hij zich onveilig voelde. Als hij in de bus of in het park door vreemden werd aangesproken, werd hij snel agressief en ging hij schelden. Hij belandde een paar keer op het politiebureau omdat hij met iemand op de vuist was gegaan. Hij leerde hoe hij zichzelf kon kalmeren als hij zich aangevallen voelde door onbekenden. ‘Een bankje bij de kapel in de buurt was mijn veilige plek’, vertelt hij. ‘Daar kwam ik tot rust.’ Jean nam foto’s van dat bankje en door steeds weer alle details van die plek met Gielen te bespreken, werd die als het ware in zijn hoofd geïnstalleerd.

Nachtmerries

‘Na een tijdje werd Jean al rustig als ik het woord kapel zei’, vertelt Gielen. Daarna leerde hij dat gevoel ook zelf op te roepen, door aan de kapel te denken. Deze ‘veilige-plek-oefening’ is een stabilisatieoefening, die veel gebruikt wordt bij traumabehandeling. Daarnaast maakt Gielen gebruik van ‘nightmarescripting’ bij mensen die nachtmerries hebben. ‘Stel dat jij de regisseur bent van die akelige film’, vraagt ze patiënten. ‘Hoe zou je daar een ander einde aan kunnen breien?’ Een simpele en effectieve techniek om de angst die nachtmerries oproepen, te verzachten, zegt ze.

Minder gebruik

Vaak ziet ze dat patiënten al in deze fase minder verdovende middelen gaan gebruiken. Gelijktijdig volgen ze de ‘gewone’ verslavingsbehandeling: ze krijgen een casemanager en volgen groepstherapie om hun zucht naar drank of drugs onder controle te krijgen.

Traumabehandeling

Pas als ze een paar maanden niet meer gebruiken en zo stabiel zijn dat ze hun angsten weer een beetje durven te voelen, zonder daar totaal ontregeld door te raken, begint de traumabehandeling. EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) wordt het meest toegepast. Daarbij concentreert de cliënt zich op een geluid of beweging terwijl hij herinneringen ophaalt aan een schokkende gebeurtenis, waardoor de emotionele lading ervan afneemt.

Paniek

‘Ik vond het doodeng om aan EMDR te beginnen’, vertelt Rinie. Tijdens de eerste sessie raakte ze in paniek. ‘Blijkbaar was het nog te vroeg’, zegt Gielen. Er volgde opnieuw een stabilisatieperiode. Door vaak te zwemmen en psychomotorische therapie te volgen, werd ze sterker en durfde ze een nieuwe sessie aan. ‘Mijn hond mocht mee’, vertelt ze. ‘Met hem voelde ik me veiliger.’ In het begin voelde ze zich vreselijk beroerd als ze weer thuiskwam. ‘Het enige dat ik wilde, was in bed kruipen, slapen.’ Dat de nachtmerries terugkwamen, was zwaar. ‘Soms was het zo heftig dat ik wilde stoppen.’

Gelukkig kreeg ze regelmatig een telefoontje van Gielen: ‘Hoe gaat het, hoe voel je je?’ Als ze het niet meer uithield, kon ze Gielen mailen of een bericht op haar voicemail inspreken. Die nam dan binnen een dag contact op, sprak haar moed in en herinnerde haar aan de oefeningen die hielpen om de spanning te verminderen. Rinie: ‘Alleen het idee al dat je zo’n lijntje hebt, werkt kalmerend.’

Stemmen

Rinie volgde EMDR terwijl ze in haar eigen huis bleef wonen. Jean werd een paar weken opgenomen in de kliniek. ‘We waren bang dat hij weer zou gaan drinken door de heftige emoties die de sessies opriepen’, zegt Gielen. ‘Door de EMDR kreeg ik stemmen in mijn hoofd’, vertelt Jean. ‘’Een mannetje zei: “Spring van je flat af, dan is het voorbij.” Van Nele heb ik geleerd dat ik ook tegen die stem kan praten. Nu zeg ik: “Ga weg, vies, lelijk mannetje!”’

Emoties

Tijdens de EMDR durfde Rinie langzaam haar emoties toe te laten, terwijl ze haar verhaal vertelde. ‘In het begin was het alsof ik een film beschreef waar ik zelf niet bij was. Door steeds iets meer te durven voelen, zwakten die akelige emoties af. De beelden blijven, maar het doet nu geen pijn meer.’ Daardoor lukt het haar om de drank te laten staan. Ze denkt nog weleens aan haar huisarts die zijn wenkbrauwen optrok toen ze vertelde dat ze traumatherapie wilde doen: ‘Waarom zou je die beerput opentrekken?’ ‘Ik ben zo blij dat ik het heb aangedurfd. Ik huil én lach weer, dat heb ik jaren niet gekund.’

Warme douche

Jean drinkt nog sporadisch: eens in de maand een biertje. Soms heeft hij nachtmerries, dan neemt hij een warme douche. En hij gaat vaak in gedachten naar zijn bankje bij de kapel. Het mooiste vindt hij dat hij na jaren van stilte weer contact heeft met zijn drie dochters. ‘Mijn leven was een puinhoop. Nu voel ik me weer mens.’

De namen van Jean en Rinie zijn op hun verzoek gefingeerd.

De behandeling van trauma en verslaving bij Mondriaan in Heerlen

Ggz-instelling Mondriaan in Heerlen past al zes jaar een speciale behandeling toe bij  getraumatiseerde verslaafden. De behandeling Trauma en Verslaving is intensief en duurt gemiddeld  tweeënhalf jaar. Psycho-traumatoloog Nele Gielen: ‘Het is een dure methode, maar je hebt het wel  over mensen die er heel ernstig aan toe zijn. Als er geen aandacht aan hun trauma’s wordt besteed,  blijven ze vaak hun hele leven verslaafd, blijkt uit onderzoek. Chronisch verslaafd zijn, met alle  problemen die dat veroorzaakt, kost de samenleving ook bakken met geld. Om nog maar te zwijgen  van al het persoonlijke leed dat daardoor wordt veroorzaakt.’  Lang niet alle zeventig verslaafden die op dit moment op de afdeling Trauma en Verslaving worden  behandeld, kunnen een succesverhaal vertellen. De helft van de mensen die zich aanmelden, maakt  het programma niet af. ‘Sommigen zijn te angstig of het lukt niet om de drank te laten staan’, vertelt  Gielen. Hoe groot het percentage patiënten is dat de behandeling succesvol afrondt, is nog niet  onderzocht. ‘Op individueel niveau zien we mooie, hoopgevende resultaten.’

Ditty Eimers

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken? Dat kan!

Waardeer je mijn journalistieke werk?

Doneer en help de onafhankelijke journalistiek.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard en wil je jouw waardering laten blijken?

Dat kan! Door een bijdrage help je me om dit soort artikelen te blijven schrijven.

Contact